dinsdag 30 juni 2020

Halle werkt aan uitzicht op de "Skyline"

Skyline is nog niet klaar

Quel malheur, we missen de primeur

 Vanmorgen is onze jonge stadsreporter voor dag en dauw uitgelaten en opgewonden vertrokken, maar helaas op nen bek de gaas geboetst.  In zijn gazet  had hij iets gelezen over het nieuwe onweerstaanbare en niet te evenaren  uitzicht op de skyline van onze stad vanaf de nieuwe Nederhemwijk. In volle vaart is hij met zijn elektrische step naar de plaats des onheils gestept. Zijn bevlogenheid is helaas op een koude steen gevallen. Hij dacht als kind van onze tijd aan zoiets:


Hij had ook iets gelezen over een groene getrapte zittribune en over de Zenne die eventueel  open gelegd wordt.  Hij heeft, volgens eigen zeggen,  de dag zelf nog een duikerspak gereserveerd bij een bona fide verhuurfirma, om daarover op zijn minst een grensverleggende reportage te kunnen maken. Want zoals alleman  weet, ligt de Zenne redelijk diep,  ze  loopt onder het Kanaal door en dat ligt op zijn beurt al niet op straatniveau. Op Nederhem hebben ze  dus al een pak grond afgegraven om hun groen terras met zicht op de skyline aan te leggen.  Dat kost naar het schijnt maar 600.000 euro, waarvan de aannemer van de 400 woongelegenheden zelfs mee  heeft betaald om de plannen ervan op te stellen.

Dit is wat hij bij klaarlichte dag met zijn kodakske in aanslag zag en vastlegde, terwijl wij dachten dat hij het grootste deel van de tijd  met zijn rug  naar de echte skyline van de Nederhemse woonblokken  gekeerd stond:









©Alle afbeeldingen PvP

Ik heb aan onze vliegende stadsreporter gevraagd toch even geduld te oefenen. Als alles opgeruimd is, zal het echt mooi zijn, en met de bomen weg ziet ge de hele basiliek en het Jezuiëtencollege staan.  Dat jong volk weet het natuurlijk altijd beter.  Maar ja, we moeten ze kansen geven, hé.

Hartelijke groet van Saskia












































maandag 29 juni 2020

Barokke splendeur van Gaasbeek in eer hersteld



Begin 17e eeuw (in 1615 om precies te zijn) werd graaf René de Renesse de Warfusée heer van Gaasbeek. De nieuwe kasteelheer had grootse plannen voor zijn domein. Als voorzitter van de Raad van Financiën, die de bezittingen van koning Filips IV in de Spaanse Nederlanden beheerde, leidde hij een leven van grote sier. Hij maakte daarbij gaandeweg zoveel schulden, dat al zijn goederen in beslag genomen werden. Tot overmaat van ramp compromitteerde hij zich door deel te nemen aan de ‘samenzwering van de edelen’ in 1632, die een einde wilde maken aan het Spaanse bewind. Warfusée werd resoluut verbannen en vluchtte naar het onafhankelijke prinsbisdom Luik, waar hij ook nog wat optrekjes bezat.
Maar ook daar werkte hij zich in nesten. Hij won er het vertrouwen van de populaire en francofiele burgemeester Sébastien La Ruelle, een opponent van de prins-bisschop, die in het hispanofiele kamp zat. Warfusée verstrikte zich in zijn eigen netten toen hij als dubbelspion begon te intrigeren en de burgemeester bij zich thuis uitnodigde voor een diner op 16 april 1637. Aan het einde van de maaltijd verscheen er plots een groep Spaanse soldaten in de eetzaal, die de burgemeester prompt vermoordden.


Noël Natalis, 'Het lijk van Sebastien La Ruelle', 1637 

Horror en idylle

De bevolking van Luik bestormde daarop de woning van Warfusée, die compleet verwoest werd. De onfortuinlijke graaf werd ter plaatse omgebracht, zijn lijk werd door de straten van de stad gesleept en gedurende twee dagen op de markt opgehangen om daarna, in stukken gesneden, verbrand en in de Maas geworpen te worden. Een heuse horror story. Hendrik Conscience greep ernaar terug in zijn roman De burgemeester van Luik uit 1865.

Toen het hem nog voor de wind ging, vatte Warfusée een ambitieus plan op voor zijn kasteelpark, dat hij wilde verfraaien met een aantal spectaculaire gebouwen en landschapsarchitectuur in de nieuwste stijl: de barok. Zo ontstond een onwaarschijnlijk geheel, waarvan de beschrijving ook vandaag nog tot de verbeelding spreekt:
‘Uytnemende schoone ende rare wandelinghen tusschen hagen ende dreven met linde-boomen beplant, een magnificken dobbelen ghemetsten trap, eene ovale ghemetste gloriette of somer-salette van binnen versiert met schoone verheven wercken, een tuyn met kamerckens om te verkoelen, een vijver met schoone vierkante cabinetten met loopende fonteynen, verciert met grotten en diverse rare figuren, …’

Barokpaviljoen krijgt prijs van Koning Boudewijnstichting voor restauratie stucplafond
Van heel dit feeërieke concept blijven vandaag nog drie getuigen overeind. De majestueuze Franse tuin of terrastuin, in feite geïnspireerd op Italiaanse modellen uit de periode van het maniërisme, springt het meest in het oog. Het barokpaviljoen, een precieus zomersalon in bonbonnièrevorm, maakt vooral indruk met zijn unieke stucwerkplafond, wellicht ontworpen door Italiaanse kunstenaars, die er een verbluffend ensemble creëerden rond het verhaal van Phaëton, gebaseerd op één van de metamorfosen van Ovidius.
Stucplafond  voor en tijdens restauratie, 2019, Altri Tempi, foto Tess Thibaut
Fragment uit stucplafond, na restauratie, foto Tess Thibaut

 foto's  Tess Thibaut
 
Het Barokpaviljoen, stucplafond en omliggende trappenpartij werden vorig jaar gerestaureerd en kregen daarvoor de Hans Vredeman de Vriesprijs - Louise Vanden Bulckefonds van de Koning Boudewijnstichting. 


Een derde creatie van Warfusée is de barokke Sint-Gertrudiskapel, rond 1625 gebouwd op een ouder heiligdom, met aan de voet ervan een bron die de kasteelvijvers voedt. De restauratie van dit gebouw wordt dit najaar voltooid. Pronkstuk ervan is het altaarstuk dat door Warfusée, die een big spender was, besteld werd bij de Antwerpse schilder Gerard Seghers, die na Rubens’ dood gold als de bekendste en rijkste kunstenaar van zijn tijd. 



Een hedendaags glasraam voor de Sint-Gertrudiskapel

In het kader van de restauratie van de kapel wordt het grote roosvenster boven het inkomportaal vervangen door een nieuw glasraam. Het ontwerp werd toevertrouwd aan de eveneens Antwerpse schilder Ben Sledsens die intussen internationaal gewaardeerd wordt voor zijn kleurrijke werk, waarin speelsheid en ogenschijnlijke naïviteit gecounterd worden door vervreemding en soms donkere romantiek.
Ontwerptekening van Ben Sledsens

Binnenin wordt de kapel gekenmerkt door vier balkons, waardoor het mogelijk zal zijn er in de nabije toekomst ook te experimenteren met meerstemmige vocale muziek. En als trouwlocatie wordt dit poëtische, diep in het park gelegen gebouw beslist een droomplek.





zondag 28 juni 2020

Een boulevard in Halle


Eindelijk! Halle is niet langer de ietwat miskende kleine stad aan de Zenne, waarmee echte en vermeende stedelingen af en toe waggelen. Geleidelijk hijsen wij  ons uit de modder van de middelmaat.

In een toonaangevende krant heb ik gelezen dat we een boelvaar gaan krijgen en dan nog wel in een landschapspark. Amai.  Een wandelboulevard in een Ardens landschap.Delen 

Ik ben zelf gaan kijken. En zie, die Boulevard aan de Leide, tussen de Dijkstraat en café De Puzzels, is zeker 139 meter lang.  Breedte nog te bepalen, veertig parkeerders moeten uitwijken naar de Scheepswerfkaai (zie mijn fotoreportage), wat  zeer zeker hun fysieke conditie ten goede zal komen. Win-win, alweer.






De Zenne ligt in de diepte langs de Leide, er zijn wat stroomversnellingen en soms zie je de rotsen waarop Halle gebouwd is.

Dat landschapspark is eigenlijk een smalle strook langs de Zenne die van Buizingen (station) tot Lembeek (grens met Tubeke) moet lopen.  Zeg maar de groene Twiggy-taille van onze stad.   Via Bordestrappen  zal je ook kunnen afdalen naar de Zenne zelf. Vlaanderen betaalt een Zenneterras, dat je dus via die trapppen kan bereiken, want de Zenne ligt daar zoals elders niet  op straatniveau maar in een dieperik.  Halle legt  het 'park' aan. Zoals de meeste Halse parken is het geheel een voorschoot groot, maar alle begin is moeilijk. 

Wandelen vanaf de Scheepswerfkaai:  conditioneel raak je klaar!

Met welk type milieuvriendelijke boot dit park wordt ingevaren, wordt eerlang beslist. Vast staat dat de genodigden zelf zullen moeten roeien met de riemen die ze hebben. Wat geen probleem kan zijn, dat is de evidentie zelve.

Voilà, ik eindig op een positieve noot. Ik leg mijn trikini klaar tegen volgend voorjaar, dan moet alles af zijn (slip, bh en mondkapje). Ik bedoel natuurlijk dat de boulevard af zal zijn, heren.  Zalig zonnen wordt dat.


Saskia







Recent

Rebels Gaasbeek