Posts tonen met het label Brussel. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Brussel. Alle posts tonen

dinsdag 9 februari 2016

Parkeergarages alom

Groen licht voor parkeertoren boven metrostation Coovi




De gemeente Anderlecht heeft het licht op groen gezet voor een uitbreiding van de pendelparking aan metrostation Coovi. Door de bouw van een parkeertoren moet het aantal plaatsen volgend jaar verhogen van 200 tot 1.350. Er komt ook een beveiligde fietsenstalling met 150 plaatsen.

Simulatiebeeld van de geplande parkeertoren aan metrostation Coovi (Ceria). (© Brussel Mobiliteit)

De toelating voor de uitbreiding van de parking aan metrostation Coovi is een feit, meldt de RTBF. Daarmee kan de site, gelegen aan de Bergensesteenweg en een oprit van de Ring, de komende jaren uitgroeien tot een belangrijk mobiliteitsknooppunt. Behalve metrolijn 5 stoppen er immers ook heel wat bussen (ook van De Lijn). In de toekomst zou er ook een S-treinstation moeten opengaan.
Momenteel telt openluchtparking Coovi 200 parkeerplaatsen. De geplande parkeertoren van vier verdiepingen zal plaats bieden aan 1.350 auto's en motoren. Op het gelijkvloers komt een beveiligde fietsstalling voor minstens 150 fietsen.

De uitbreiding moet meer pendelaars aansporen om over te stappen op het openbaar vervoer. Het Gewest wil het aantal parkeerplaatsen op pendelparkings tegen 2019 optrekken tot 10.000. Ook de plannen voor een grotere parking in Ukkel aan de eindhalte Stalle van tramlijn 4 zijn al concreet, maar krijgen tegenwind vanuit buurgemeente Drogenbos. Lees ook:

Drogenbos tegen uitbreiding overstapparking Ukkel
 
  © brusselnieuws.be

maandag 25 januari 2016


'Metropolitan Landscapes' wil rafelranden stad maatschappelijke functie geven



Vlaanderen en Brussel kunnen samen veel meer doen om de rafelranden van de stad op een verstandige manier te verknopen, en zo tot functionele metropolitane landschappen te komen. Dat is de inzet van Metropolitan Landscapes, een project waar zowel de Brusselse als de Vlaamse Bouwmeester, de bevoegde administraties van de beide regio’s, en een batterij architecten de schouders onder zetten

Agence Ter ontwikkelt het idee van een productief park voor de Molenbeekvallei, met de Ring als potentieel sterk symbool van een nieuwe relatie tussen stad en platteland.

“De open ruimte stoort zich niet aan de juridische en administratieve grenzen van het gewest,” licht Brussels Bouwmeester Kristiaan Borret toe. “Metropolitan Landscapes heeft tot doel het stedelijk territorium in én rond Brussel in een ruime context te bekijken, het leesbaar te maken, te tonen waar de continuïteit tussen versnipperde stukjes open ruimte kan worden versterkt en ingezet om in verschillende maatschappelijke functies en noden te kunnen voorzien.”

Metropolitan Landscapes werd in 2014 opgestart op initiatief van zowel het Brusselse en Vlaamse Gewest, onder auspiciën van hun respectievelijke bouwmeesters. In een eerste ronde maakte een verkenningsteam samengesteld uit het Brusselse Bureau Bas Smets, het Parijse List en de cel ‘Earth System Science’ van de VUB een analyse van het begrip metropolitaan landschap. Hun bevindingen en een eerste inventarisering leidden in een tweede fase tot de aanduiding van vier internationale ontwerpteams die elk een studie maakten met voorstellen voor een beter gebruik van de beschikbare open ruimte in vier concrete gebieden in de Rand van Brussel: Molenbeekvallei (n.v.d.r. niet "onze" Molenbeekvalllei), Weststation-Scheutbos, Brussel-Vilvoorde-Machelen en Anderlecht-Drogenbos.

Fantastisch zicht
De synthese van al dat werk wordt nu gepresenteerd in een colloquium en een boek die het project afsluiten, maar tegelijkertijd de omslag moeten maken naar een geïntegreerd beleid voor het gebied tussen het stedelijke en het landelijke. 


Kristiaan Borret legt uit wat dat in de praktijk kan betekenen: “De laatste tijd wordt er in Brussel al meer dan vroeger nagedacht over grotere stedelijke gehelen – denk maar aan de focus op het kanaal. Dat is een goede zaak. Brussel had al een mooie traditie met de lokale wijkcontracten, daar zijn sinds kort de Stadsvernieuwingscontracten bij gekomen, nu moeten we verder inzetten op de grote schaal en ook gewestgrensoverschrijdend durven te werk gaan.
 
In de studie die het Franse landschapsatelier Coloco maakte, zie je bijvoorbeeld heel goed hoe een gebied van groene zones dat begint bij het Weststation, overgaat naar het Scheutbos en zo verder de stedelijke Rand intrekt, eigenlijk één continue landschappelijke structuur zou kunnen zijn. In zijn studie van de Molenbeekvallei stelt het Parijse Bureau Agence Ter een ecoduct over de Ring voor ter hoogte van het Laarbeekbos. Zo verbind je het Brusselse natuurgebied met het open landbouwlandschap aan de Vlaamse kant, maar creëer je ook een uitkijkpunt met een fantastisch zicht op Brussel waardoor die Ring niet alleen als een stuk infrastructuur en een vuile achterkant gepercipieerd wordt, maar ook deel gaat uitmaken van de publieke ruimte. Daar kan je dan eventueel ook nog een andere functie zoals voedselproductie aan koppelen.”

Op het colloquium, dat elke geïnteresseerde kan bijwonen, worden de studies op een thematische manier besproken. Daarna geven emeriti Eric Corijn en André Loeckx de voorzet voor een discussie over de volgende stappen, gevoerd door de initiatiefnemers van Ruimte Vlaanderen, Brussel Stedelijke Ontwikkeling, de Vlaamse Landmaatschappij, Leefmilieu Brussel, het Agentschap voor Natuur en Bos en de bouwmeesters. Tot slot mogen de kabinetten van beide minister-presidenten een exemplaar van het boek komen ophalen.

Borret: “Waar het de komende jaren op aan komt is bij concrete ingrepen en investeringen in het openbaar domein deze lectuur van Brussel en de Rand voortdurend in het achterhoofd te houden en beter te articuleren. Als bouwmeester zal ik me er in ieder geval al op toeleggen die globale visie te activeren in alle projecten die ik zie passeren.”

Brron Brussel Deze Week

donderdag 29 augustus 2013

Ring om Brussel aanpassen?



Werkgeversfederatie Voka Halle-Vilvoorde pleit voor de aanpassing van de Ring rond Brussel in combinatie met een masterplan voor de mobiliteit in de hele regio. Per filedag lijdt onze economie 1,74 miljoen euro schade. “Zowel de infrastructuur als ons gedrag moeten veranderen willen we de economische schade beperken.”

Voka wil dat de Ring wordt aangepast
Voka wil dat de Ring wordt aangepast (© Google)

Die 'aanpassing' is volgens Voka geen synoniem van verbreding van de Ring. Toch vindt Voka "dat er parallelwegen worden aangelegd die het doorgaand verkeer scheiden van het lokale verkeer".

Volgens Voka volstaat een verbreding van de ring niet en moet er ook een duurzame combinatie komen van alle vervoersmodi. “Er is behoefte aan meer en beter openbaar vervoer, zoals onder meer trams naar de luchthaven en rond de Ring”. Voka pleit voor een systeem van slim rekeningrijden voor iedereen alsook fietssnelwegen naar Brussel die de Ring veilig kruisen, dynamische verkeersborden, een scheiding van het doorgaand en lokaal verkeer, overstapparkings op kruispunten van openbaar vervoer en een performant GEN-netwerk, dat Brussel verbindt met het hinterland.

Voka zegt dat er ook een gedragsverandering nodig is. Dat kan door een wetswijziging, waarbij er meer alternatieven komen voor bedrijfswagens. "Door een mobiliteitsbudget ter beschikking te stellen waarbij werknemers verschillende vervoersmiddelen optimaal kunnen combineren om op hun werkplek te geraken, kan de mobiliteit van en naar bedrijvenzones drastisch verbeteren".
Voka Halle-Vilvoorde testte dit reeds uitvoerig, naar eigen zeggen met positief resultaat.

Bron:  © brusselnieuws.be

vrijdag 22 maart 2013

Brussel en de Ra&nd shoppen zich dood

NEO: geld is het belangrijkste criterium voor de invulling van de openbare ruimte
Share

Het Interregionaal platform voor een duurzame economische ontwikkeling heeft een analyse gemaakt van de selectiecriteria in het lastenboek van de kandidaat-investeerders voor de bouw van het NEO-shoppingcentrum op de Heizel. 
De resultaten van deze analyse zijn ontnuchterend : van de 250 punten die de jury toekent aan de kwaliteit van het project, hebben er 130 betrekking op juridische en financiële criteria. Of anders gesteld : het doorslaggevende argument voor de toekenning van de opdracht is de netto opbrengst die de investeerder aan de Stad Brussel voorstelt.
Het platform vergeleek ook de ambities van de Stad met de adviezen van de Gewestelijke OntwikkelingsCommissie (GOC)[1] naar aanleiding van de noodzakelijke herziening van het Gewestelijk Bestemmingsplan. In het lastenboek zijn de opmerkingen van de GOC geen minimale vereisten, maar slechts eventuele pluspunten voor de toewijzing van de opdracht.
Het Interregionaal platform voor een duurzame economische ontwikkeling eist dat de zogenaamde ‘ambitie’-criteria, zoals de complementariteit van het handelsaanbod, in het lastenboek worden opgenomen bij de ‘minimale vereisten’. Ook moeten de criteria met betrekking tot mobiliteit en de stedenbouwkundige inbedding in het geheel een hogere score toegekend krijgen. Het Interregionaal Platform betreurt dat het lastenboek voornamelijk oog heeft voor de voorgestelde rentabiliteit van het project en dat dit voor de Stad het belangrijkste criterium is, waarvoor openbare ruimte verspild wordt en het socio-economisch evenwicht van de Brusselse handel wordt verstoord.(bron BBL)


In december 2012 duidde de Stad Brussel drie kandidaten aan voor de bouw van het shoppingcentrum, de eerste fase van het NEO-project op de Heizel.  Dit shoppingcentrum moet immers dienen voor de financiering van het congrescentrum, dat op zich niet rendabel zou zijn.  Dit laatste blijkt uit het feit dat de Stad de tweede oproep voor de geïnteresseerden voor de bouw van het congresscentrum moet herlanceren, omdat er te weinig geïnteresseerden zijn. Intussen wordt de toewijzing voor de bouw van het shoppingcentrum van 72.000 m2 verder voorbereid op basis van criteria die uitsluitend betrekking hebben op de financiële (100 punten) en juridische (30 punten) voorwaarden. 
De stedenbouwkundige integratie, weliswaar ook een minimale vereiste, is slechts 40 punten waard, net zoals de architecturale kwaliteit. Impact op het leefmilieu, de mobiliteit en de duurzame ontwikkeling zijn samen goed voor amper 40 punten. Geen enkel belang wordt gegeven aan de socio-economische impact op bijvoorbeeld de tewerkstelling en de bestaande handel.
De Stad Brussel sust de Brusselse handel met de magere ambitie dat het handelsaanbod in het shoppingcentrum volledig complementair zal zijn aan het huidige aanbod. Uit de analyse blijkt echter dat dit slechts een ‘ambitie’ is die de jury bij de beoordeling van het project eventueel in overweging kan nemen. Een eventuele bijdrage van NEO aan de versterking van het huidige handelsaanbod is dus van ondergeschikt belang. Voor het Interregionaal Platform dienen deze criteria opgenomen te worden bij de minimale vereisten en ook meer gewicht te krijgen bij de toekenning van de opdracht.
Het advies van de Gewestelijke OntwikkelingsCommissie, naar aanleiding van de noodzakelijke wijziging van het gewestelijk Bestelmmingsplan (het zogenaamde Demografisch GBP), is ronduit negatief over de plannen met betrekking tot het shoppingcentrum.  Voor de GOC garandeert de huidige omschrijving van het GBP de evenwichtige ontwikkeling van dit gebied en de verenigbaarheid met de ontvangstcapaciteit van het gebied en van het hele Gewest. De Commissie verzet zich tegen de oprichting van een winkelcentrum op de Heizel-site, aangezien er  in de buurt al twee projecten voor winkelcentra bestaan  en dat een winkelcentrum de internationale aantrekkingskracht van Brussel niet zal verhogen.
De mogelijkheid om een megalomaan shoppingcentrum van 72000 te kunnen bouwen is de enige motivatie om het gewestelijk bestemmingsplan te wijzigen.
Naast het feit dat beperkte gewicht dat aan criteria van duurzaamheid en mobiliteit wordt toegekend, is het duidelijk dat het project niet aan deze criteria kan voldoen. Het commercieel centrum alleen al, zal de oorzaak zijn van 5800 bijkomende autoverplaatsingen per uur (tijdens piekuren) en is bijgevolg niet in overeenstemming met de doelstellingen van het gewestelijk IRIS II mobiliteitsplan om de autoverplaatsingen te verminderen met 20 % tegen 2020.
Het blijkt dus dat de Stad Brussel bij de evaluatie van het project geen rekening wil houden met het advies van de GOC en met de opmerkingen van de bewoners die tijdens het openbaar onderzoek over het Demografisch gewestelijk bestemmingsplan werden gemaakt. 
Alweer moeten we vaststellen dat de Stad de voorkeur geeft aan de achterhaalde politiek van perifere commerciële ontwikkelingen, die haaks staat op de huidige ontwikkelingen in het commerciële landschap (terugkeer naar de nabijheidswinkels, e-commerce, minder autoverplaatsingen en terugkeer naar de binnenstad). Bovendien stellen er zich een aantal vragen bij het project dat de Stad wil doorduwen : hoe zal de complementariteit van dit shoppingcentrum worden gemeten ? Of gecontroleerd ? Welk zijn die fameuze nieuwe winkelketens die men wil aantrekken en die zich op de Heizel en niet in de binnenstad willen  vestigen ? Hoe staat dit project in verhouding tot de aangekondigde ordonnantie die garandeert dat het handelsaanbod bijdraagt aan de versterking van het imago van de wijk ?
[1] De Gewestelijke OntwikkelingsCommissie is een adviesorgaan van het Brussels Gewest, samengesteld uit vertegenwoordigers van andere adviesraden (socio-economische, leefmilieu en mobiliteit), vertegenwoordigers van de gemeenten en onafhankelijke experten en academici. De Brusselse regering kan het advies van deze Raad niet zonder uitgebreide motivatie naast zich neer leggen.