dinsdag 22 mei 2012

Beersel - Structuurplan Bestuur gaat niet in op Kern van de zaak



Antwoord van burgemeester Hugo Casaer in het debat in de gemeenteraad van 25 april 2012 over de goedkeuring van het GRSP.

Het WEDERwoord van de “drukkingsgroepen”  (dat zijn dus het Actiecomité "Geen Ringweg in Lot" en streekvereniging Zenne en Zoniën) staat hieronder  schuin en in een andere kleur.  Wij komen tot andere conclusies dan de burgemeester. Wie het antwoord van de burgemeester leest, krijgt namelijk stellig de indruk dat men op de kern van onze kritiek niet wenst in te gaan. Oordeel zelf na lectuur van onze argumenten.


De commentaar van “Zenne & Zoniën” en van het actiecomité “Geen ringweg”, steunen op het document “ontwerp –GSP Beersel” voorlopig aanvaard door de gemeenteraad in september 2011.


Vandaag wordt een definitief document voorgelegd dat rekening houdt met de ingestuurde bezwaren en opmerkingen (ook deze van het Vlaams gewest en van de provincie Vlaams-brabant), alsook het daarop betrekking hebbende advies van de Gecoro.


Wij hebben ons inderdaad enkel gesteund op het voorlopige ontwerp, datgene dat beschikbaar gesteld was aan de bevolking in het kader van het openbaar onderzoek. De reden hiervoor is dat wij als burgers geen kopie ontvangen van de versie die het gemeentebestuur ter stemming aan de gemeenteraad voorlegt.
 

De verschillen tussen beide versies mogen trouwens niet worden overdreven : het definitieve is nagenoeg “copy-paste” van het voorlopige.
 

Met onze fundamentele bezwaren tegen het plan (verstedelijking Lot, concentratie van alle last in Lot, geen minimalistische invulling van het VSGB) werd in het defintieve ontwerp alvast Geen rekening gehouden.
 

Bepaalde cijfers in dat definitieve ontwerp blijken wel op merkwaardige wijze af te wijken van diegene die in het ontwerp van september 2011 waren opgegeven (zie hierna).
 

Ook blijkt men bepaalde (al te “expliciete” ?) passages uit het voorlopige ontwerp te hebben weggelaten (vb. het aantal wooneenheden – 188 – die op lange termijn aan Breedveld gepland staan, vb. de passage waarin staat dat men in Lot een “instroom van buiten de gemeente verwacht”, zodat daar andere maatstaven moeten gehanteerd worden qua bevolkingsprognoses ...).

De visie voor het kern- en centrumgebied van Lot is duidelijk omschreven.De bestaande industriezone aansluitend op de dorpskern binnen de wegenis Breedveld-Stationsstraat en Zennestraat hebben een woonbestemming gekregen (vastgelegd in VSGB).


Dat klopt, maar dat is het gevolg van het VSGB.
De facto was trouwens slechts een klein deel van die zone aan Breedveld ingevuld met industrie, de rest wordt de facto gebruikt als landbouwgrond (die industrie - Sofabed, AMP en de doodkistenfabriek - brengt ten andere weinig overlast met zich mee).
 

Zorgwekkend is dat men die zone – weliswaar op lange termijn – wil volbouwen (de 188 wooneenheden…) en dat een grootdistributeur – weliswaar opnieuw in het kader van het VSGB – iets buiten de kern (Laekebeek), wel verder mag uitbreiden.
 

Alle mogelijke waterzieke bouwgronden werden in de eindpresentatie van het VSGB geschrapt en ook dus niet opnieuw opgenomen in het GSP Beersel.
 

Dat er in het kader van het VSGB om deze reden “Over de vaart” en in Sashoek gronden werden geschrapt, zullen wij niet ontkennen.
 

Dat is echter niet het punt dat wij gemaakt hadden: op blz 74 van het GSP wordt nog steeds gesteld dat bepaalde percelen (percelen aan de Kloosterstraat, Zittert & Blokbos) resp. “effectief” en “potentieel” “overstromingsgevoelig” zijn. In onze nota aan de gemeenteraadsleden schreven wij: “Gelet op de ernst van de recente overstromingen, mag toch verwacht worden dat de gemeente eerst het overstromingsrisico verder onderzoekt, alvorens deze percelen [in het GRS] prioritair naar voren te schuiven voor de invulling van haar woonpolitiek?”. Ook hieraan wordt geen gehoor gegeven...
 

De in het gewestplan (KB dd. 1977) voorziene WUG en WRG werden in het GPS Beersel maar gedeeltelijk opgenomen als aansnijdbaar in de planperiode van het GPS, en zijn in het bezit van ofwel de gemeente, ofwel van de sociale bouwmaatschappij WPZ

Dat klopt, maar wie het gewestplan bekijkt, zal vaststellen dat zowat heel Lot (grote delen van de Lakenberg bv.) stond ingekleurd als WoonUitbreidingsGebied- of WoonReserveGebied.

Het gelijktijdig ontwikkelen van al die gebieden was op zich al compleet irrealistisch… Een échte vooruitgang is het gedeeltelijk schrappen hiervan dus niet.


Het aansnijden van deze zones kan dus niet gebeuren door bouwpromotoren maar is onder de volledige controle van het gemeentebestuur. Op die manier kan invulling gegeven worden aan het Vlaamse woonbeleid (GPD) met aandacht voor een doelgroepenbeleid.De cijfers weergegeven in de nota van ZZ zijn uit hun context gehaald, en betreffen WUG+WRG+VSGB (blz 39 t./m 43 geven de juiste visie en fasering).
 

In onze nota aan de gemeenteraadsleden deden wij opgave van het aantal wooneenheden dat de gemeente op korte (0-5 jr.) en middellange termijn (5-10 jr.) in het (voorlopige) ontwerp van GSP had opgegeven als bijkomend in te vullen woongebieden:

 De totalen spreken vanzelf:

Lot: 207 wooneenheden;
Alsemberg: 14 wooneenheden + seniorenvoorzieningen;

Beersel: 10 à 15 wooneenheden;
Dworp: 23 wooneenheden;
Huizingen: 0 wooneenheden (zie blz. 41 R.D.).

Deze cijfers kunnen rechtstreeks uit het ontwerp van GSP worden afgelezen (richtinggevend deel blz. 41) en werden niet uit hun context gehaald.



De cijfers in het definitieve ontwerp van GSP verschillen wat Lot betreft op een aantal punten. De gemeente blijkt nl. wat geschoven te hebben met de cijfers tussen meerdere gebieden te Lot (zie voetnoot 1 verder in de tekst). Daarnaast is er een opmerkelijke daling van het aantal wooneenheden voor het gebied WU 9, waarover hierna meer...
 

Afgaande op die cijfers komt men tot de volgende totalen van op korte en middellange termijn te ontwikkelen wooneenheden:

Lot: 144 wooneenheden;
Alsemberg: 14 wooneenheden + seniorenvoorzieningen;
Beersel: 8 wooneenheden;
Dworp: 22 wooneenheden
Huizingen: 0 wooneenheden.
 

Voetnoot 1 De verschuivingen zijn de volgende:
- In WU 4 (gebied ten noorden van Zittert, aan Blokbos) worden nu 40 ipv 52 wooneenheden voorzien. Daartegenover staat dat in WU3 (gebied ten Zuiden van Zittert) nu 50 ipv 45 wooneenheden worden voorzien;
- VSGB 6 – een zone gelegen aan de Beerselsestraat – waar op middellange termijn 45 wooneenheden waren voorzien, wordt niet langer weerhouden (het Vlaams gewest had die zone in de uiteindelijke versie van het VSGB immers geschrapt). Kennelijk wenst het gemeentebestuur een en ander nu (opnieuw) in Lot te compenseren door de zone “over de vaart” “VSGB 1”  wel in de planning op middellange termijn op te nemen (30 wooneenheden). Merkwaardig is ook dat er van de vermelding dat deze laatste zone slechts ontwikkeld zou kunnen worden “in overleg met Vlaams Gewest gezen recente overstromingsproblematiek” in het definitieve ontwerp geen sprake meer is...

 

Zelfs wanneer wij van die aangepaste cijfers (zouden) uitgaan, dan blijven de vragen die we aan de gemeenteraardsleden gesteld hebben, hun geldigheid bewaren:
 

“Waarom is de gemeente niet bereid om de lasten op een eerlijke manier te spreiden over àlle deelgemeenten? Iedereen weet toch dat men hier (net zoals in Alsemberg trouwens), al meer dan zijn deel heeft gedaan qua inspanningen op het vlak van woonbeleid en woonverdichting ?”
 

Het lijkt ons echter onjuist om zomaar te besluiten dat men op grond van het definitieve plan op korte en middellange termijn “slechts” 144 bijkomende wooneenheden in Lot voorziet, waar dit er volgens het oorspronkelijke nog 207 waren.
 

Het verschil in cijfers lijkt grotendeels toe te schrijven aan de opmerkelijke daling van het aantal op korte termijn voorziene wooneenheden voor de site “WU 9” in Lot: in het oorspronkelijke ontwerp nog 53 (op zich reeds een onderschatting, zie hierna), thans enkel nog 12.
 

Bij nader inzien lijken de opstellers van het plan immers gewoon de vergelijkingsbasis te hebben aangepast ! Het voorlopige ontwerp verwees onder de noemer “WU9” zowel naar de oude Cartonnexsite als naar het braakliggende terrein dat ten oosten daarvan ligt (zie kaart R-4 die dit als een van de “concrete projecten” aanduidt). Men verwees in die context ook expliciet naar het “strategisch project Wolfabriek”.
 

Het definitieve ontwerp verwijst voortaan echter enkel nog naar het voornoemde braakliggende terrein (zie de aangepaste kaart R-4 waarin merkwaardigerwijs elke verwijzing naar “concrete projecten” is weggelaten ...).
 

Het heeft er dus alle schijn van dat men in het definitieve ontwerp het project Wolfabriek - zoals dat recentelijk door de gemeente bij BPA werd gestemd – heeft weggelaten.
 

Het is nochtans dat project dat in Lot het verst gevorderd is (de afbraakwerken zijn net beëindigd) en dat op zeer korte termijn de grootste impact zal hebben. In een interview met Het Nieuwsblad (26.11.2011) gaf de Brusselse projectontwikkelaar aan dat er “100 woongelegenheden” zouden komen en nog een aantal lofts.
 

Wanneer men daarmee rekening houdt, dan is de 207 wooneenheden waarvan wij eerder spraken, wellicht nog een schromelijke onderschatting...
 

Het GPD (Grond- en Pandendecreet) verplicht ons uitspraken te doen inzake het bouwrijp maken van WUG en WRG binnen het GPS, in functie van de reële woonbehoefte.

Dit klopt, maar noch het GPD noch het VSGB verplichten de gemeente Beersel om al die inspanningen in één deelgemeente te concentreren…
 


Er worden geen zachte gebieden omgezet naar woongebied. Enkel WUG en WRG aansluitend op de kern van de deelgemeenten, of gesitueerd in de kernen zelf, worden hier in aanmerking genomen. Er is vooral aandacht gegaan naar het bestendigen en optimaliseren van open ruimteverbindingen, waardoor sommige WUG of WRG niet worden weerhouden voor bebouwing.
 

De VLM heeft trouwens een afzonderlijke brief gezonden ter ondersteuning van de voorgestelde benadering van het niet invullen van sommige WUG/WRG.
 

De tabel toont aan dat +/-200 bijkomende woongelegenheden binnen de planperiode van het GPS Beersel kunnen gerealiseerd worden, en dit enkel in het kader van het doelgroepenbeleid, met inbegrip van ‘wonen in eigen streek’.
 

Er wordt niet geantwoord op onze kritiek ten gronde: zoveel bijkomende woongelegenheden bouwen in één al bij al beperkt deelgebied van de deelgemeente Lot zet de leefbaarheid en het samenhorigheidsgevoel er op het spel.
 

Voorrang geven aan mensen die hier al een woning hebben of huren (= wonen in eigen streek), is goed, maar indien die bestaande woningen vervolgens worden ingenomen door mensen van buitenaf, dan zit men netto toch nog met een zeer belangrijke instroom van buitenaf.
 

Beter is het te focussen op de systematische uitoefening van het voorkooprecht en op reconversie van de bestaande woningen om deze dan prioritair toe te wijzen.
 

Alle pijlen afgeschoten op het VSGB kunnen nu niet opnieuw gericht worden op het GPS Beersel.
 

De gemeente had de keuze tussen een minimalistische en een maximalistische invulling van het VSGB.
 

Zij heeft gekozen voor een maximalistische invulling die het door het VSGB geschapen onderscheid tussen het “binnengebied” (Lot) en het “buitengebied” (de andere deelgemeenten) alleen maar verscherpt.
 

Bij de opmaak van het GRUP VSGB heeft het gemeentebestuur telkens via de gemeenteraad gereageerd. Voor sommige aspecten binnen het definitief vastgesteld GRUP is een beroep aangetekend bij de Raad van State. Een GPS Beersel opstellen, waarin de elementen uit het VSGB door ministerieel besluit vastgelegd, niet opgenomen zouden worden in het GPS Beersel, is uitgaan van een foutieve en onwettelijke benadering. Hetgeen niet wegneemt dat binnen het ontwerp GPS Beersel over elementen van tegenstelling, telkens suggesties worden gemaakt aan de hogere overheid. Het gemeentebestuur reageerde bij de Raad van State zowel inzake de
fameuze ringweg, als inzake de afbakening van de groen –en landbouwzones binnen het GRUP VSGB, door de nadruk te leggen op BAG (bouwvrije agrarische gebieden).
 

Het gemeentebestuur heeft inderdaad nadat de zogenaamde “drukkingsgroepen” dat hebben gevraagd, een verzoek tot nietigverklaring ingesteld tegen het GRUP VSGB..
 

Daarin verzet het bestuur zich enkel tegen (i) de ringweg en (ii) de omzetting van de Zennebeemden (gebied tussen de kern van Beersel en de snelweg) van (deels) landschappelijk waardevol agrarisch gebied naar natuurgebied.
 

De gemeente verzet zich dus NIET tegen de nefaste bouwpolitiek die het VSGB voorschrijft voor de deelgemeente Lot of tegen de opname van Lot in het VSGB ...
 

Het geeft trouwens geen pas om zich in die context steeds te verschuilen achter het “bevel van hogerhand” (het Vlaams Gewest met zijn GRUP –VSGB): elkeen die de moeite doet om het GRUP-VSGB te lezen, zal vaststellen dat het Vlaamse Gewest om de zoveel bladzijden herhaalt dat het GRUP-VSGB in overleg met de gemeente werd opgemaakt … Dit heeft de gemeente in het verleden bv. toegelaten om Huizingen uit het VSGB te halen.
 

Zeer belangrijk is en we willen dat dubbel onderstrepen, dat in het bindend gedeelte van het GPS Beersel er geen enkel voorstel voor een RUP is opgenomen inzake de de ringweg in Lot.
 

In het GPS Beersel wordt voorgesteld om te zoeken naar een nieuw lokaal bedrijventerrein indien de nood daartoe zou aangetoond worden (alle KMO’ en industriegebieden volgens BPA, gewestplan en VSGB ingevuld). In dat geval worden randvoorwaarden gesteld als daar zijn: aansluiten bij de bestaande bebouwde ruimte, goede ontsluiting, watertoets, …. Nergens wordt vermeld dat nieuwe bedrijventerrein zullen ontwikkeld worden in Lot.
 

Ons punt van kritiek luidde dat de gemeente aangeeft dat indien zij elders bedrijventerreinen herlokaliseert, zij de verloren oppervlakte zal compenseren en daarbij in de eerste plaats verwijst “naar de uitbreidingen die ondermeer in het kader van het VSGB voorzien worden” ( dus in Lot). Ook de definitieve versie van het GSP bevat deze passage (blz. 56 Richtinggevend Deel).
 

Voor de woondichtheden en aantal bouwlagen binnen de afbakening van de verschillende deelkernen worden suggesties gedaan. Woondichtheden tussen 15 en 25 woningen/ha blijven zeer beperkend, en er kan enkel verder uitvoering gegeven worden door middel van een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP). Dat geldt ook voor het aantal bouwlagen waar de algemene regel, vandaag ingeschreven in het gewestplan, behouden blijft. In het bindend gedeelte is geen enkel voorstel opgenomen om een specifiek RUP op te stellen dat verandering zou kunnen brengen inzake het aantal bouwniveaus.
 

De bouwverordening van de Randfederatie is nog steeds van toepassing op het grondgebied van de gemeente Beersel. Ook in het kader van het VSGB kan enkel een verhoging van het aantal bouwlagen enkel via een gemeentelijk RUP en deze aangelegenheid blijft dus volledig onder de controle van de gemeenteraad.
 

Dit werd reeds herhaaldelijk uitgelegd. Dit is duidelijk een geval van “wat baten kaars en bril …”. Spijtig genoeg is daar geen medicijn tegen.
 

Het is juist dat er over het verhogen van de bouwlagen afzonderlijk moet worden beslist via een Ruimtelijk UitvoeringsPlan.
 

Dat neemt echter niet weg dat de principes voor de opmaak van die RUPs in het GSP zouden moeten worden vastgelegd.De principes die de gemeente hier vastlegt, zijn onvoldoende en onbillijk.
 

Zij zijn onvoldoende omdat de gemeente zich geen enkele inhoudelijke beperking oplegt om de bouwlagen op te trekken (wij hadden voorgesteld dat de gemeente in het RSP zou voorzien dat het optrekken van de bouwlagen maar mogelijk zou zijn om op die manier de kroonlijst van nieuwe woningen op de kroonlijst van de bestaande woningen in de rij af te stemmen; dit werd zonder meer verworpen).
 

Zij zijn onbillijk omdat men andere principes toepast voor Lot dan voor de andere deelgemeenten: in Lot behoudt de gemeente zich het recht voor om bij RUP de maximale bouwhoogte op te trekken naar drie woonlagen + een vierde woonlaag in de dakverdieping.
 

 Uiteraard heeft het niet veel zin om als gemeente in een dergelijk recht te voorzien, indien men er later bij de stemming van de verschillende RUPs, toch geen gebruik van wil maken...
 

Dat deze aangelegenheid onder de “controle” van de gemeenteraad zou blijven, beschouwen wij dus zeker niet als een garantie (Wij nemen wel akte van de bevestiging door bepaalde partijen dat zij hiervan geen gebruik zullen maken).
 

Inzake zwaar vrachtvervoer, is de problematiek niet beperkt tot het grondgebied van de gemeente Beersel. Als de violen in Halle, S.-P.-Leeuw en Beersel niet gelijk gestemd worden is zal het verkeersinfarct een realiteit worden.
 

De minister van mobiliteit heeft nu toch wel een duidelijke opdracht gegeven voor het bestuderen van een duurzame oplossing om het vrachtvervoer in de regio in goede en veilige banen te leiden. Het departement MOW heeft een procedure lopende om een studiebureau aan te stellen, om de ganse regionale problematiek in kaart te brengen en oplossingen uit te werken, in overleg met een intergemeentelijke begeleidingscommissie.
 

Conclusie: vanuit de gemeente Beersel werd de problematiek voldoende aangekaart !!!

 Alleen jammer dat men dat studiewerk niet heeft uitgevoerd alvorens men de regionale nummer 1 inzake grootdistributie naar Lot heeft laten komen …
Dan was de bewoners van de Zennestraat nu heel veel miserie bespaard gebleven…

 

Inzake waterbeheer van onze lokale waterlopen is in het GPS voorzien dat er zal gezocht worden naar nieuwe overstromingsgebieden.
 

De toepassing van het integraal waterbeheer verloopt via het vergunningenbeleid, door middel van de afweging van de watertoets, en de toepassing van de vigerende stedenbouwkundige verordeningen. Voor grotere projecten maakt de watertoets deel uit van het MER-onderzoek.
 

Het gemeentelijk structuurplan bepaalt de visie en dus ook het gemeentelijk beleid op middellange termijn inzake de ruimtelijke ordening op haar grondgebied. 

Dit is geen bestemmingsplan, en vervangt ook niet het gewestplan en ook niet de bestaande bestemmingsplannen. De Vlaamse regelgeving inzake ruimtelijke ordening blijft integraal van toepassing (GPD, VCRO, …).

Hiermee zijn wij het volledig eens. Wij zouden er evenwel aan willen toevoegen dat het structuurplan slechts de gemeente bindt en niet de hogere overheden (het is dus – anders dan bepaalde partijen beweerd hebben – niet “bepalend voor alle overheden”).
 

Indien men dus als gemeente een protest wenst kenbaar te maken ten aanzien van de initiatieven van het Vlaamse Gewest, dan is het goedkeuren van het structuurplan daarvoor niet de geëigende weg.
 

 Daarvoor bestaan andere kanalen, zowel formele (een verhaal bij de Raad van State tegen alle aspecten van het VSGB bv.) als informele (het permanente overleg tussen het gewest en de gemeente waarvan dit GRUP-VSGB het resultaat is).

Hugo Casaer.


Zenne en Zoniën & het actiecomité “Geen ringweg in Lot”

woensdag 16 mei 2012

seizoensopening rozentuin 2012

Bron: Nieuwssite Sint-Pieters-Leeuw 
SINT-PIETERS-LEEUW: Naar jaarlijkse traditie ging vandaag, 15 mei 2012, de Rozentuin van Coloma terug open voor het publiek. Door het slechte voorjaar staan er wel nog geen rozen in bloei. De bloeiperiode loopt zo’n 3 weken achter.
Het colomapark herbergt op dit moment reeds de meest volledige rozentuin van Europa. Met meer dan 3500 rozenvariëteiten uit 26 landen die er groeien op meer dan 60.000 struiken.
Van juni tot oktober bloeien er dagelijks 200.000 bloemen die zorgen voor een adembenemend kleurenpalet.
En elk jaar worden er nog variëteiten aan deze al fenomenale collectie toegevoegd. Pronkstuk is de Japanse collectie,150 verschillende rozensoorten, die in 2010 werd aangelegd.
 De voorbereidingen van de nieuwe Chinese rozentuin zijn klaar.
Naast de toren van het rozenmuseum werd sinds maart gestart met de aanleg van een perkje speciaal voor Chinese rozen.  Net voor de  rozendagen van 22 juni – 24 juni 2012 zullen de Chinese rozen uitgeplant worden in Coloma. Zodat de rozentuin er weer een uitzonderlijk en voor rozen liefhebbers exclusieve trekpleister bij heeft.

Marcel Vossen Roos.
Marcel vossen gepensioneerd provinciaal directeur van het Agentschap Natuur en Bos Vlaams-Brabant kreeg bij zijn op pensioen stelling in december 2011 als geschenk een roos die zijn naam draagt.
Nu is deze klimroos van kweker Lens ook aangeplant aan de eerste pergola die men ziet als men de rozentuin binnenkomt.
 De rozentuin in het park Coloma in Sint-Pieters-Leeuw (J. Depauwstraat 25) is gratis te bezoeken
van 15 mei tot 30 september van 10.00 tot 20.00 uur en in oktober van 10.00 tot 19.00 uur.
Gesloten op maandag.
Wil je een rondleiding in de rozentuin met een ervaren gids?
Neem dan contact op met Kim Destrycker 02 454 86 35 of mail naar kim.destrycker@lne.vlaanderen.be

dinsdag 15 mei 2012

Zenne Centraal




Coördinatie Zenne
Zenneuitstappen & Zennecafés
--- 2012 ---
Grenzeloze Schelde
Reeks geleide wandelingen en ontmoetingen rond de Zenne



Elke maand organiseert Coördinatie Zenne een begeleide wandeling, bezoek, boottocht of fietstocht naar één van de waterlopen in het Zennebekken.
Tijdens de activiteit vertelt een gids over de geschiedenis en de actualiteit van de waterloop, over de natuur, de functies,... Een gastspreker geeft bijkomende uitleg over de actuele problemen en uitdagingen in verband met de betrokken waterloop.
Waterbeheersing, waterkwaliteit, waterzuivering, landschappelijke betekenis en de rol die de waterloop kan spelen, mobiliteit en recreatie behoren zeker tot de mogelijke thema's.
Waar mogelijk wordt de activiteit afgesloten met een drink in een lokaal café, een aangenaam moment voor een interessante babbel...

Een meer gedetailleerd programma van de eerstvolgende activiteit vindt u op onze website.
  • Donderdag 14 juni om 16u: De Zenne in open lucht in Anderlecht
    Deze wandeling toont je de mythische rivier van Brussel op één van die zeldzame plaatsen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest waar ze nog in open lucht stroomt. Haar loop tussen de brede straten, werven en industriële sites is op dit moment nog niet de meest aantrekkelijke, maar verschillende herwaarderingsprojecten worden hier momenteel uitgevoerd en worden aan u voorgesteld. Deze wandeling biedt een mooie gelegenheid om een balans op te maken van de kwaliteit van het Zennewater, om haar vele linken met het kanaal te bekijken en om samen verder te dromen over haar toekomst.
  • Zaterdag 28 juli om 10u: Interregionale fietstocht in de Woluwevallei
    De Woluwe ontspringt in het Zoniënwoud en mondt ter hoogte van Vilvoorde uit in de Zenne. Afvalwater komt er zo goed als niet in terecht. Daardoor is het met voorsprong de properste rivier van het Brussels gewest. Langs de Woluwe liggen ettelijke parken die elk hun bijzondere kenmerken hebben. Tijdens deze fietstocht gaan we op ontdekking naar deze prachtige natuur die het Brussels Gewest nog rijk is!
  • Augustus - datum nog te bepalen: De bronnen van de Zenne
    De Zenne ontspringt in de gemeente Naast op een hoogte van 123 meter. Vervolgens stroomt ze doorheen de heuvels van een landelijk landschap naar Tubize, waarna ze noordwaarts haar weg naar de Dijle vindt. Tijdens deze fietstocht gaan we op zoek naar de bronnen van onze waterloop.
  • Zondag 16 september (in het kader van Autoloze Zondag):
    - 10u: de Zenne en het kanaal in het hart van Brussel
    Deze wandeling van ongeveer 6 km laat je aan de hand van straatnamen, oude gebouwen, monumenten en andere zichtbare sporen niet alleen het verhaal van de Zenne ontdekken, maar ook dat van het kanaal en de oude en de nieuwe haven in de stad. Door de overwelving van de Zenne in de loop der eeuwen nam het kanaal de rol van de rivier over en is nu dé waterloop van Brussel.
    - 14u: de Zenne en het kanaal in Anderlecht
    Deze wandeling van ongeveer 3 km toont je het 'Zennekanaal' en de Zenne, de mythische rivier van Brussel op één van die zeldzame plaatsen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest waar zij nog in open lucht stroomt. Het is een ontdekkingstocht naar het verhaal van de Zenne en het Kanaal Charleroi-Brussel: wat zijn de functies, het potentieel en de toekomstperspectieven van deze beide waterlopen?
  • Oktober - datum nog te bepalen: De vallei van de Molenbeek
    De Molenbeek is een zijriviertje van de Zenne. Vroeger voedde zij de vijvers van het Koninklijk Domein in Laken om nadien uit te monden in de Zenne. Nu is ze deels overwelfd en afgeleid naar de afvalwatercollector onder het Koninklijk Domein. Tijdens deze wandeling maak je kennis met haar geschiedenis, haar biologisch belang en haar sociale betekenis als riviertje op de grens tussen twee gewesten.
Praktisch

Deelnemen kost € 3 per persoon per wandeling en € 5 voor de milieu-educatieve boottochten en voor de fietstochten (tenzij anders aangegeven, bepaalde activiteiten zijn gratis). De consumpties tijdens het Zennecafé zijn op kosten van de gebruiker.

Inschrijven

Schrijf in op voorhand, want er is maar een beperkt aantal plaatsen. Inschrijven doe je met het inschrijvingsformulier. Je ontvangt daarna per mail een bevestiging van je reservatie met een vraag tot betaling. Pas na storting van het deelnamegeld is de inschrijving definitief.

Waarom Zenneuitstappen en Zennecafés?
  • Om de interregionale kennismaking te bevorderen tussen betrokkenen in de 3 gewesten: bewoners, wandelaars, fietsers, deskundigen, leden van milieu- en natuurverenigingen, regionale en lokale beheerders van natuur en waterlopen, gemeentelijke en gewestelijke mandatarissen en iedere geïnteresseerde.
  • Om te laten horen en zien wat aan de andere zijde van de gewest- of gemeentegrens leeft.
  • Om de actuele problemen en huidig beleid en beheer van en rond de waterlopen in het Zennebekken in de 3 gewesten in de schijnwerpers te plaatsen, vanuit het besef dat beleid en beheer van een waterloop een grensoverschrijdende aanpak nodig hebben.
Aarzel niet deze uitnodiging door te sturen naar vrienden, collega's en andere mogelijk geïnteresseerden!

Hopelijk ontmoeten we je binnenkort in het Zennebekken!
David Kuborn - Florence Lerat
Tel.: 02 206 12 07
e-mail - www.coordinatiezenne.be
Heleen Haven
Tel.: 02 206 12 09
e-mail - www.grenzelozeschelde.org





Deze wandelingen en ontmoetingen zijn een organisatie
van Coördinatie Zenne i.s.m. Grenzeloze Schelde

logos

Windmolens komen er toch?

EcoPower en de groep Colruyt, de indieners van het windmolenproject, zijn niet van plan om de windmolens zomaar op te geven. 'We willen nu rustig de weigering van de bouwvergunning bestuderen en mogelijk een nieuw dossier indienen', zegt Philippe Van Landeghem van Colruyt.
Bron: Het Nieuwsblad.dinsdag 15 mei 2012, Auteur: Ingrid Depraetere

Windmolens Beersel Sint-Pieters-Leeuw

bron: Editiepajot Felix Merckx
 
De zes windturbines die gepland waren langs het kanaal Charleroi-Brussel (2 op grondgebied van Sint-Pieters-Leeuw en vier op het grondgebied van Beersel) komen er niet. Het Vlaams gewest verleende geen stedenbouwkundige vergunning voor het project. Wijkcomité De Witte Roos heeft zijn slag thuisgehaald.
Guy Lories, woordvoerder van het wijkcomité: “Wij zijn tevreden met de beslissing maar we moeten alert blijven. Er is nog mogelijkheid van beroep en de indieners kunnen nog met een ander project naar buiten komen. Onze vele acties hebben zijn vruchten afgeworpen”.
Vooreerst had het gemeentebestuur van Sint-Pieters-Leeuw zijn goedkeuring gegeven voor één windturbine en de gemeente Beersel was akkoord met de 4 turbines die op hun grondgebied zouden komen. Later gaf de provincie een milieuvergunning voor de zes turbines, maar nu wordt iedereen teruggefloten door de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar. Volgens deze staat windturbine 1 te dicht ingeplant bij een bestaande woonwijk (ongeveer 280 m.) en veroorzaakt hij een negatieve visuele impact. Hierdoor staan turbine 2 en turbine 3 niet meer in lijnverband ten overstaan van een bestaande lijninfrastructuur, het kanaal. Vanuit ruimtelijk oogpunt is het noodzakelijk de windturbines te koppelen aan de bestaande lijninfrastructuur. In feite kan men zeggen dat de aanvraag niet in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen inzake ruimtelijke ordening.
De zes windturbines zouden gebouwd worden door Ecopower en WE-Power in de Beemdstraat, Vaartweg, Beverbeemd, Vaartkant-West en Industriezone op het grondgebied van de gemeenten Beersel en Sint-Pieters-Leeuw. Eén van de windturbines zou komen op het bedrijfsgebied van Colruyt. Deze zou stroom moeten leveren voor een distributiecentrum.
Woordvoerder Lories van het actiecomité is een tevreden man: “Niemand gaf ons kans dat wij het zouden halen. Mensen leggen zich te snel neer bij beslissingen. De windturbines die er zouden komen zijn in geen geval te vergelijken met de windturbine die momenteel bij Colruyt in Halle staat. Hij is hoger dan het atomium en tweemaal hoger dan de basiliek van Halle. De inplanting langs het kanaal, waar dagelijks honderden mensen komen en gaan zou het landschap zwaar beschadigen. Het actiecomité is wel gevonden voor een alternatieve vorm van energie, maar de inplanting mag niet om het even waar gebeuren. Ik denk dat wij iets kunnen realiseren hebben dat als voorbeeld kan dienen voor anderen. Nu is het nog met schrik afwachten, wat de volgende plannen van de indieners zijn”

zaterdag 12 mei 2012

RUP Wilderveld Nieuwe kans

 
SINT-PIETERS-LEEUW: – In het ministerieel besluit van 23 april 2012 over het beroep tegen de goedkeuring van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Wilderveld” van de gemeente Sint-Pieters-Leeuw werd het beroep van de stedenbouwkundige ambtenaar tegen het RUP ingewilligd. De deputatie van Vlaams-Brabant dient aldus een nieuwe beslissing te nemen over de goedkeuring van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Wilderveld. (Bron:Sint-Pieters-Leeuw - nieuwssite).

Christine Van de Steene voor het actiecomité Wilderveld Verstikt legt uit:
Uiteraard onderschrijven we de beslissing van de minister Muyters, die ook uitdrukkelijk oordeelt dat het gemeentelijk rup strijdig is met het gewestelijk RUP VSGB, en bovendien oordeelt dat een aanpassing van het RUP een nieuwe inhoudelijke afweging vergt. Anders dan de Minister – die binnen de grenzen van het beroep van de stedenbouwkundige ambtenaar diende te blijven – dient de deputatie de beslissing van de gemeenteraad in haar geheel opnieuw te onderzoeken met het oog op al dan niet goedkeuring. Daarom herhalen we dan ook onze fundamentele bezwaren tegen de goedkeuring van het RUP Wilderveld door de deputatie.

1) Overschrijding van de vervaltermijn bedoeld in artikel 2.2.14 § 8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO). Bij toepassing van artikel 2.2.14 § 8 van de Codex Ruimtelijke Ordening dient de deputatie vast te stellen dat het ontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan “Wilderveld” VERVALLEN is, vermits het niet definitief werd vastgesteld binnen de wettelijke termijn.

2) de inhoudelijke argumenten en het negeren van het advies van de GECORO die stelt dat 25 woningen per hectare de limiet moet zijn. Drie inbreidingsgebieden in plaats van 5 zijn dan ook ruim voldoende voor deze wijk.

3) de niet te negeren gekoppelde problemen aan: de onpartijdigheid van het studiebureau D&A Consult dat zelf belangen heeft door aankoop van gronden in de wijk (aan de geplande weg waarvoor onteigend zal volgen) en de ongeregeldheden in het gunningsdossier aan D&A Consult. Wij verwachten enerzijds dat de deputatie stappen onderneemt om dit verder uit te zoeken of ons anderzijds minstens gedetailleerd in kennis stelt van de te volgen procedure om dit verder uit te (laten) spitten. Dit is nochtans wat burgers in het kader van de actieve openbaarheid van bestuur, waar alle overheden aan gehouden zijn, mogen verwachten. Zoals ook de minister en de stedenbouwkundige ambtenaar stellen is het gemeentelijk RUP “Wilderveld” duidelijk in strijd met het gewestelijk RUP VSGB. Daarenboven vereisen de aanpassingen om de strijdigheid met het VSGB weg te werken een “inhoudelijke afweging”,


zoals de minister uitdrukkelijk stelt. Hieruit volgt dat de gemeente Sint-Pieters-Leeuw zich opnieuw ten gronde moet buigen over dit RUP. Dit impliceert meteen ook dat de procedure van meet af aan dient herbegonnen om effectief de nodige afweging te kunnen doen, met kennis van alle adviezen en een nieuw openbaar onderzoek.

De wijk staat zeker ook mee achter het inbreidingsprincipe, maar de manier waarop het hier is vormgeven betekent enkel dat de enige resterende grote open ruimte in de wijk wordt ingepalmd (voor grof geld) en dat er tè massaal verdicht wordt om de leefbaarheid te garanderen. 5 inbreidingsgebieden met hoge dichtheid is gewoon te veel en betekent het volproppen van de wijk met extra wooneenheden en appartementsblokken. 3 inbreidingsgebieden is het maximaal haalbare, mits er ook voldoende aandacht gaat naar een goede afwikkeling van het extra verkeer rechtstreeks naar de omliggende verkeersaders en niet dóór de wijk.

Het huidige RUP is voor de inwoners onaanvaardbaar omdat het deze fijne voorstedelijke wijk zal omvormen tot een stedelijke probleemwijk. Gezien de situering van de wijk zal heel de ruime omgeving mee het slachtoffer worden als de doorgangswegen nog meer verstikken; de gevolgen zullen voelbaar zijn tot ver in Sint-Pieters-Leeuw en in de regio. We zullen de deputatie daarom opnieuw onze argumenten kenbaar maken.

vrijdag 4 mei 2012

Milieueffecten voor Halse binnenstad

Streekvereniging Zenne en Zoniën zal voorlopig geen opmerkingen of bezwaren indienen naar aanleiding van de consultatieronde voor het MER (Milieu Effecten Rapport) Ruimtelijk Uitvoeringsplan Parklaan-Zenne-Vondel.
Het studiebureau Anteagroup heeft een lijvig en zeer gedetailleerd rapport klaargestoomd van ruim 120 bladzijden en nog eens 50 bladzijden kaarten en grafieken als bijlage, waar iedereen tot 7 mei opmerkingen kan bij maken. Volgens voorzitter Roger Swalens van Streekvereniging Zenne en Zoniën overstijgt die studie eigenlijk de mogelijkheden van de doorsneeburger. En zelfs van de uitermate geïnteresseerden. Het vergt veel concentratie, deskundigheid en doorzettingsvermogen om achter de vaktaal en de specialismen de toekomstige ontwikkeling van een groot deel van de Halse stadskern te achterhalen. Laat staan te kunnen wijzen op mogelijk nadelige milieueffecten op het gebied van bijvoorbeeld mobiliteit, handelsactiviteit en luchtkwaliteit.
“Er groeit, niet alleen in Halle, een kloof tussen de deskundigen, de politici en de burgers. Daarom lijkt het ons aangewezen om op dit studiewerk voorlopig niet te reageren. Wellicht kunnen vakbondsorganisaties en handelaarsverenigingen die op eigen studiediensten kunnen terugvallen, dit wel. Streekvereniging Zenne en Zoniën zal de tijd nemen om het eigenlijke RUP (Ruimtelijk Uitvoeringsplan) onder de loep nemen “. Wij zeggen niet dat de studie niet grondig en degelijk is, maar ze ondersteunt natuurlijk een reeds gewenste evolutie en er kan op veel vlakken nog een grondig debat voorafgaan aan de uiteindelijke realisatie van bijvoorbeeld een grootschalig project als het woon- en winkelproject Arkenvest dat aan een grote speler als Wereldhave wordt toevertrouwd.
Halle plant het Openbaar Onderzoek voor het eigenlijke RUP pas voor midden 2014.

Halle nieuwe Wereldhave(n)!

Het woon- en winkelproject Arkenvest in Halle wordt gerealiseerd door de groep Wereldhave. Wie zijn die mensen?

Volgens de eigen website van Wereldhave Belgium

Wereldhave Belgium is een beursgenoteerde onderneming en richt zich bij nieuwe investeringen voornamelijk op winkelcentra. De retailportefeuille bevat winkelcentra in Luik, Nijvel en Doornik. Daarnaast bevat de portefeuille kantoren in Antwerpen en Brussel. De ontwikkelingsportefeuille bevat uitbreidingen van winkelcentra in Nijvel, Doornik en Waterloo, de herontwikkeling van een winkelcentrum in Genk en de herontwikkeling van een gemengd binnenstedelijk project te Gent.

Wereldhave Belgium volgens Wikipedia

Wereldhave Belgium is een vastgoedbevak, welke alleen belegt in kantoren en retail in België. Ruim 66% van de aandelen Wereldhave Belgium zijn in handen van Wereldhave. De andere aandelen van Wereldhave Belgium worden verhandeld op de continumarkt van NYSE Euronext te Brussel. Wereldhave Belgium keert jaarlijks rond april een dividend uit van 3,86 euro. De beleggingsportefeuille van Wereldhave Belgium is medio september 2009 onderverdeeld in de volgende sectoren:
De kantoren bevinden zich met name in Brusselen/of dichtbij de ring van Brussel. De winkelruimtes bevinden zich in het Franstalige gedeelte van België.
Door de overname van de vastgoedportefeuille van ING Real Estate Development eind 2010 is Wereldhave Belgium in staat de winkelportefeuille op lange termijn te laten groeien van 350mln naar 500mln euro. De overname behelst 5 vastgoedprojecten die worden ontwikkeld en vervolgens in de verhuur gaan met een netto aanvangsrendement van ca. 7%.

donderdag 3 mei 2012

Pitten in Halle Arkenvest ingrijpend

Nieuwe Pit, ontwikkelingsgebied Arkenvest op maat van Halle

De nieuwe pit vormt een fragment binnen de stadskern dat zich morfologisch sterk onderscheidt van het historische stadshart.  In de huidige toestand  geeft dit stadsdeel een desolate en verwaarloosde indruk. Het geplande project  voor  een  woon-  en  winkelcomplex langsheen de  Arkenvest dient opgevat  te  worden  als een  opportuniteit om de beeldwaarde en  leefbaarheid van dit stadsdeel aanzienlijk  te  verhogen.  De inplanting van nieuwe kwalitatieve ruimte voor  wonen,  handel en diensten kan voor de nodige impuls zorgen.

 
PROJECT ARKENVEST

De informatie rond het project Arkenvest zoals opgenomen in deze paragraaf is aangeleverd door de projectontwikkelaar Wereldhave Belgium.
 
EVOLUTIE ONTWERP

Het huidige voorontwerp voor het Woon- en winkelcentrum Arkenvest dd 05/2011 heeft sedert het initiële schetsontwerp dd05/2009 een grondige herwerking ondergaan. Tijdens deze ontwerprevisie is het programma nagenoeg identiek gebleven: het complex voorziet een ondergrondse  parking voor
+/-330 wagens, +/-12000m² winkelruimtes en een 60-tal appartementen, ingepast in het bouwblok omgeven door Basiliekstraat, Molenborre en Arkenvest.Tijdens de herwerking van het ontwerp zijn volgende punten geoptimaliseerd:

1.Volumetrisch concept en inpassing in stedelijke omgeving
Het omvangrijke bouwvolume is genuanceerd  door een aantal precieze schaalingrepen. Aan de zijde Arkenvest is de lange, gebogen gevellijn opgeknipt tot een reeks van opeenvolgende segmenten.  De kleine verspringingen delen de gevel op in een aantal ‘gebouwblokken’ naast elkaar. Het vertande verloop van de gevel brengt  zo de gevellengte terug tot de schaal van een  individueel perceel of stadsblok.

Bovendien   krijgen   de   bouwblokken   verschillende   bouwhoogtes    mee   zodat   een   variërend gevelprofiel bekomen  wordt. Op de uiterste randen  zijn de kroonlijsthoogtes van de aansluitende bebouwing overgenomen.  De hoogste kroonlijsthoogtes bevinden zich in het midden van de gevel, weg van de lagere naburige panden,  recht  tegenover  het  stadsparkje.  Deze hoogste  segmenten markeren eveneens de hoofdingang van het winkelcentrum, zijde Arkenvest .

Aan  de  zijde  Molenborre is  de  gevellijn  welbewust  rechtlijnig  aangehouden,  met  een  verloop overeenkomstig de rooilijn. Het volume wil een duidelijke afbakening vormen van het reeds veelvormige  publieke  domein  van  de  Molenborre.  Helemaal  op  het  eind  wordt  het  pleintje rechthoekig  afgewerkt  en beëindigd  door een  hoger woonvolume. Verder voorbij de hoek wordt terug aangesloten op de kroonlijsthoogte van het naastliggende pand.

Op gelijkaardige manier wordt in de Basiliekstraat het bouwvolume begrensd tot twee bouwlagen, overeenkomstig de naast- en overliggende panden. Op de hoek met de Molenborre situeert zich de hoofdtoegang tot het winkelcentrum, aangegeven door een subtiel hoekaccent.

2.Aansluiting op het stedelijke netwerk
 De  shopping mall  is opgevat als een semi-publieke doorsteek vanaf de hoek Basiliekstraat/Molenborre naar de Arkenvest en wil zich op deze manier inpassen in het stedelijke netwerk  richting Grote Markt en richting nieuwe ontwikkelingen voorbij de Zenne (Colruyt-site). Gezien het grote hoogteverschil tussen beide zijden van het winkelcomplex verloopt deze doorsteek over twee niveaus, overlappend in het centrale atrium.

Een tweede,  private, doorsteek  voor de bewoners  verloopt via de daktuin, en sluit in noordelijke richting aan op het plein Molenborre, in zuidelijke richting op Arkenvest.

3.Organisatie ondergrondse parking
 De ondergrondse  parking situeert zich in het huidige voorontwerp voornamelijk onder de Arkenvest volgens een eenvoudig rotatieprincipe. De parking telt drie ondergrondse  bouwlagen en sluit aan op de nieuwe Arkenvest met eenrichtingsverkeer via een enkelvoudige in- en uitrit. De parking voorziet zowel publieke (275) als private (60) staanplaatsen voor de bewoners.

(noot: in zitting van 22/06/2010 heeft de gemeenteraad zich positief uitgesproken over het opmaken van een concessie voor ondergrondse inneming voor de ondergrondse parking).
 
4. Uniformiteit en geleding gevel
 Een genuanceerd  gevelraster omspant het volledige gebouw: onderaan  bieden grote geveluitsnedes ruime vitrines voor de achterliggende winkelpanden.  De hoogte van deze vitrines is ingegeven door de bestaande uitstalramen in de Basiliekstraat. Dubbelhoge gevelopeningen markeren de toegangen tot  het  winkelcomplex en het  woongedeelte zijde Arkenvest. Voor de hogere  bouwlagen met  de woningen is het gevelraster fijnmaziger opgevat en aangepast  aan de schaal van de achterliggende leefruimtes en  inpandige terrassen.   In  de  binnenhoek  plein Molenborre zijn  diepe gevelnissen voorzien als overdekte  fietsenstalling en toegang tot het bovenliggende woongedeelte. Het geheel wordt afgewerkt met één type baksteen in licht grijs-beige kleur.

5.Wonen aan binnentuin
 In het ontwerp dat nu voorligt situeert het wonen zich enkel aan de rand van het bouwblok, aan de zijde Arkenvest en  plein Molenborre. De appartementen zijn ondergebracht in de  verschillende volumetrisch accenten  bovenop  het  winkelcentrum, en  grenzen  achteraan   aan  een  collectieve, groene binnentuin.
 
FASERING

Er wordt een eerste en tweede fase binnen de projectuitvoering voorzien. De tweede fase betreft de zone van Belgacom: deze zone kan pas vanaf 2015 - na de aanpassing (digitaliseren) van de centrale
- in de  ontwikkeling  worden  opgenomen.  Hier  worden  winkels op  het  gelijkvloers voorzien  en
bovenliggend appartementen. De ondergrondse  parking   situeert zich niet onder  deze  zone van Belgacom. De stedenbouwkundige aanvraag wordt als één  geheel beschouwd;  enkel de start  van uitvoering zal verschillen.
 
AFSTEMMING MET BOUWPLANNEN BIBLIOTHEEK

De plannen van de ondergrondse  parking van het project Arkenvest vertonen een overlappingszone met de voorziene uitbreiding van de bibliotheek aan de Arkenvest. Het project Arkenvest zit vervat binnen de herzieningsprocedure van het RUP Parklaan Zenne Vondel. Het project uitbreiding bibliotheek zit vervat binnen de strategische meerjarenplanning en is conform de huidige versie van het BPA. Het komt er op neer dat indien beide projecten  in hun actuele vorm behouden  blijven, de stadsbibliotheek (openbaar gebouw) deels bovenop de ondergrondse  parking van Wereldhave (privé initiatief) komt te staan.

Bij een overlapping van deze projecten (ca. 24m² en een bouwvrije zone rondom voor nutsleidingen en funderingsvoeten) zijn zowel constructieve als juridische interferenties te verwachten.  Er dringt zich dus een bijsturing op van één van de projecten (bibliotheek of parking). Rond deze kwestie heeft overleg plaatsgevonden tussen de verschillende partijen met een argumentatie van beide kanten.

De overlap van de bibliotheek met de ondergrondse  parking zou een  afname  betekenen van een vijftal parkeerplaatsen per parkeerlaag. Ofwel leidt de overlap tot een verlies aan m² ruimte voor de bibliotheek en dienen de architecturale plannen en inrichting te worden herzien.

In collegezitting van 14 oktober  2011 is er een beslissing genomen  over de onderlinge verhouding tussen enerzijds het Arkenvestproject en anderzijds het bibliotheekproject. Het college heeft beslist dat het project Arkenvest haar plannen zal dienen te herzien, dit teneinde een fysische overlapping tussen de plannen te vermijden.

Indien er tijdens het proces voor de nota van publieke consultatie nog een bijsturing van het aantal parkeerplaatsen  gebeurt,  zal  het  gewijzigde  aantal  meegenomen  worden  in  de  voorgenomen activiteit.


Recent

Rebels Gaasbeek