vrijdag 20 oktober 2023

Is er nog plaats voor Boerenstiel in de Brabantse Wouden?

 Landbouw Nationaal Park Brabantse Wouden Analyse 

 

De vzw Vilt publiceert op haar website een analyse van de mogelijkheden en beperkingen van onder andere landbouwactiviteit in de 4 Nationale Parken die de Vlaamse regering recent heeft in het leven geroepen.  Wij publiceren graag in extenso de analyse van Vilt voor het Nationaal Park Brabantse Wouden.  Oordeel zelf over kansen en beperkingen voor de landbouwstiel die er in worden geschetst. Aan de lezer om te oordelen.

Nationaal Park Brabantse Wouden

De Brabantse Wouden verbindt drie grote bossen: het Hallerbos, het Zoniënwoud en het Meerdaalwoud. Het strekt zich uit over Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Het geheel van holle wegen in het landbouwgebied van het Nationaal Park Brabantse Wouden is kenmerkend en draagt ook bij aan de bijzondere belevingswaarde, zo staat te lezen in het juryverslag. De natuurkern bedraagt vandaag al 10.031,85 hectare.
_______________________________________________________________________________________________________________

Landbouw als aparte pijler

De experten merken op dat er in de gebiedsanalyse uitgebreid wordt ingegaan op de differentiatie in de landbouw. Op basis daarvan werd een SWOT-analyse opgesteld met de kansen en uitdagingen voor de landbouw. In de pijler landbouw van het masterplan van de Brabantse Wouden worden de verschillende acties uit de SWOT-analyse verder uitgewerkt. “Zo is er een grondige analyse voor een duurzaam behoud van de noodzakelijke grondgebonden landbouw, maar er wordt geen specifiek onderzoek voor opgezet”, klinkt het.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Volgens de jury pakken de geformuleerde acties in de pijler landbouw vooral teelttechnische, ruimtelijke en beleidsmatige uitdagingen aan. Ook werden er twee acties geformuleerd als antwoord op de socio-economische uitdagingen. Het gaat daarbij om de opmaak van een voedselstrategie en het onderzoeken van groepsaankopen voor machines. “Het is duidelijk dat men landbouw een plaats wil geven in het nationaal park, dat men naar landbouwers wil luisteren en hen wil ondersteunen met verschillende acties. Zo is er aandacht voor het beleefbaar maken van de landbouw voor recreanten”, aldus de jury.

Conflicten in landgebruik

Naast lovende woorden voor de aandacht voor landbouw in het masterplan, klinkt hier en daar ook een kritische noot. Zo stellen de experten dat een communicatiestrategie of een uitgewerkt plan om specifiek de landbouwers die actief zijn in het nationaal park betrokken en gemotiveerd te houden, welkom zou zijn. “Er is ook weinig aandacht voor mogelijke conflicten in landgebruik en problemen met de druk door toeristisch-recreatief medegebruik.”

Daarnaast zijn er ook aanbevelingen voor een betere samenwerking met landbouwers. “Het onderhoud van de houtkanten, heggen, enz. binnen de gevraagde corridors tussen natuurgebieden zal heel wat extra werk met zich meebrengen voor landbouwers. Het kan zinvol zijn om na te denken om een privaat samenwerkingsverband onder landbouwers zelf te beheren.” Ook ziet de jury dat er veel wordt verwacht van ‘carbon credits’ om landbouwers aan te zetten tot duurzame landbouwpraktijken. Toch twijfelt de jury eraan dat deze ‘carbon credits’ de omslag zullen creëren naar goede bodembeheerpraktijken. “Het zou beter zijn op zoek te gaan naar verdienmodellen die een herstel van het bodemleven als positief neveneffect hebben”, aldus het juryverslag.

Wanneer het gaat over erfgoed, zeggen de experten dat het nationaal park een goede startpositie heeft, “maar dat erfgoed als motor van economie meer aandacht verdient, net zoals het behouden en versterken van de landschappelijke waarde van open agrarische landschappen en dan vooral de historische kouters”. “Ook het culturele aspect van bijvoorbeeld de vierkantshoeves verdient meer aandacht”, luidt het.

Extra natuur

Het nationaal park formuleert in zijn masterplan ook een aantal ambities om de grote natuurkernen te verbinden met elkaar. Niet alleen komt 200 hectare bos aansluitend op de bestaande natuurkernen, er wordt ook voorzien in 50 hectare extra open natuur. Daarnaast komt er 250 hectare extra bos en 150 hectare extra natuur om de verbindende landschappen functioneel te maken. Tien procent van de ecologische infrastructuur wordt voorzien in agrarisch en stedelijk gebied.

Nationaal Park Brabantse Wouden voorziet in één voltijds tewerkgestelde landbouwexperts. Die wordt ingeschakeld om land(goed)eigenaars en landgebruikers te ondersteunen bij natuurontwikkeling en zelfrealisatie van natuurstreefbeelden via onder meer landinrichting, bebossingssubsidie en vrijwillige verkoop. Opvallend is dat het nationaal park vanaf 2030 op dat vlak “dwingendere middelen” wil inzetten, zoals een inrichtingsnota of een RUP.

 


 

Wil je meer weten over de rol van de Landbouw in de  drie andere Nationale Parken, dan kan je hier terecht. Bron: VILT vzw, 20 oktober 2023

 


Recent

Rebels Gaasbeek