Het door de gemeenteraad van Beersel goedgekeurde Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (mei 2012) stelt op pagina 192 van het tekstboek :
“In het grootschalige gebied tussen de Dikkemeerweg en de Meighemheidestraat te Alsemberg ligt een op het gewestplan als recreatiegebied aangeduid gebied.. De gemeente wenst hier een ontspanningsgebied uit te bouwen in het kader van plattelandsontwikkeling met verblijfsrecreatie (B&B, hotel…). Het gaat om een goed ontsloten gebied omgeven door landbouw, natuur en woonweefsel. Om dit te verwezenlijken kan de gemeente indien nodig en/of gewenst een RUP (ruimtelijk uitvoeringsplan) opmaken. Dit RUP dient minimaal te voldoen aan volgende randvoorwaarden:
- de ontsluiting van het gebied gebeurt verplicht via de Sanatoriumstraat;
- de bebouwing is gericht op de Sanatoriumstraat en niet op de Dikkemeerweg en/of Meigemheidestraat;
- de activiteiten in het recreatiegebied dienen aan te sluiten bij het voormalig hotel;
- het gaat om laagdynamische verblijfsrecreatie;
- de ontwikkeling van hoogdynamische recreatie is uitgesloten;
- de activiteiten mogen geen afbreuk doen aan de landschappelijke kwaliteiten van de omgeving;
- de activiteiten mogen geen hinder veroorzaken die niet door het nemen van maatregelen kan beperkt blijven tot de site “
(einde citaat)
Vanzelfsprekend zijn de beleidsmensen zo verstandig om in al hun formuleringen zo vaag te blijven, dat men toch nog vele kanten uit kan. Wie bepaalt wat het verschil is tussen hoog- en laagdynamisch? En “geen hinder veroorzaken” is al even elastisch.
Op pagina 220 van het tekstboek wordt dan gesteld dat de realisatie van deze recreatiezone een Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan vergt, d.w.z.. dat er opnieuw een hele procedure van inspraak en openbaar onderzoek nodig is. Dit is natuurlijk een belangrijk element en toch een zekere geruststelling.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten