50 jaar faciliteiten
De Gemeenschapskranten van de vzw De Rand besteedden in hun januarinummer aandacht aan 50 jaar faciliteiten in de Vlaamse Rand rond Brussel. Merkwaardig is dat ze voor hun analyse een beroep doen op een journalist uit het hoofdstedelijk gewest. Die betoogt dat niemand nog van die regeling wakker ligt en dat de verjaardag ongemerkt voorbij is gegaan. Voor de auteur is de taalstrijd dan ook voorbij en voorbijgestreefd, als we hem correct hebben gelezen.
Hij stelt wel vast ( wat wij al lang wisten overigens) dat de lokale politiek in vele gevallen in handen is van lokale (Franstalige) edellieden (zie de families Rolin en Calmeyn in Rode en Drogenbos, in Kraainem en Wezembeek zijn de adellijke titels met de kleine letters veel indrukwekkender aanwezig). Dat de faciliteitengemeenten veel meer dan de rest van Vlaams-Brabant verfranst werden, vermeldt hij niet.
Niet alleen wijzelf maar ook o.m. het tijdschrift De Zes, verbaast zich over deze interpretatie. Vooral omdat ze wereldkundig wordt gemaakt in de media van de vzw De Rand. Die organisatie is zeker verdienstelijk maar valt nooit op door een uitgesproken Vlaamse overtuiging. Toch behoort dit laatste tot de kern van haar doelstellingen en zijn het de overtuigde Vlaamsgezinden (het woord 'flamingant' heeft helaas een al te negatieve bijklank gekregen) die voor de oprichting van de vzw De Rand hebben geijverd.
Koketteren met het internationaal karakter van onze regio geeft die vzw misschien in de ogen van sommigen meer allure en prestige. Maar die expats en andere welstellende buitenlanders dragen helemaal niets bij aan onze gemeenschap.
