Landbouw Nationaal Park Brabantse Wouden Analyse
De vzw Vilt publiceert op haar
website een analyse van de mogelijkheden en beperkingen van onder andere
landbouwactiviteit in de 4 Nationale Parken die de Vlaamse regering
recent heeft in het leven geroepen. Wij publiceren graag in extenso de
analyse van Vilt voor het Nationaal Park Brabantse Wouden. Oordeel
zelf over kansen en beperkingen voor de landbouwstiel die er in worden
geschetst. Aan de lezer om te oordelen.
Nationaal Park Brabantse Wouden
De
Brabantse Wouden verbindt drie grote bossen: het Hallerbos, het
Zoniënwoud en het Meerdaalwoud. Het strekt zich uit over Vlaanderen,
Brussel en Wallonië. Het geheel van holle wegen in het landbouwgebied
van het Nationaal Park Brabantse Wouden is kenmerkend en draagt ook bij
aan de bijzondere belevingswaarde, zo staat te lezen in het juryverslag.
De natuurkern bedraagt vandaag al 10.031,85 hectare.
_______________________________________________________________________________________________________________
Landbouw als aparte pijler
De
experten merken op dat er in de gebiedsanalyse uitgebreid wordt
ingegaan op de differentiatie in de landbouw. Op basis daarvan werd een
SWOT-analyse opgesteld met de kansen en uitdagingen voor de landbouw. In
de pijler landbouw van het masterplan van de Brabantse Wouden worden de
verschillende acties uit de SWOT-analyse verder uitgewerkt. “Zo is er
een grondige analyse voor een duurzaam behoud van de noodzakelijke
grondgebonden landbouw, maar er wordt geen specifiek onderzoek voor
opgezet”, klinkt het.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Volgens
de jury pakken de geformuleerde acties in de pijler landbouw vooral
teelttechnische, ruimtelijke en beleidsmatige uitdagingen aan. Ook
werden er twee acties geformuleerd als antwoord op de socio-economische
uitdagingen. Het gaat daarbij om de opmaak van een voedselstrategie en
het onderzoeken van groepsaankopen voor machines. “Het is duidelijk dat
men landbouw een plaats wil geven in het nationaal park, dat men naar
landbouwers wil luisteren en hen wil ondersteunen met verschillende
acties. Zo is er aandacht voor het beleefbaar maken van de landbouw voor
recreanten”, aldus de jury.
Conflicten in landgebruik
Naast
lovende woorden voor de aandacht voor landbouw in het masterplan,
klinkt hier en daar ook een kritische noot. Zo stellen de experten dat
een communicatiestrategie of een uitgewerkt plan om specifiek de
landbouwers die actief zijn in het nationaal park betrokken en
gemotiveerd te houden, welkom zou zijn. “Er is ook weinig aandacht voor
mogelijke conflicten in landgebruik en problemen met de druk door
toeristisch-recreatief medegebruik.”
Daarnaast zijn er ook
aanbevelingen voor een betere samenwerking met landbouwers. “Het
onderhoud van de houtkanten, heggen, enz. binnen de gevraagde corridors
tussen natuurgebieden zal heel wat extra werk met zich meebrengen voor
landbouwers. Het kan zinvol zijn om na te denken om een privaat
samenwerkingsverband onder landbouwers zelf te beheren.” Ook ziet de
jury dat er veel wordt verwacht van ‘carbon credits’ om landbouwers aan
te zetten tot duurzame landbouwpraktijken. Toch twijfelt de jury eraan
dat deze ‘carbon credits’ de omslag zullen creëren naar goede
bodembeheerpraktijken. “Het zou beter zijn op zoek te gaan naar
verdienmodellen die een herstel van het bodemleven als positief
neveneffect hebben”, aldus het juryverslag.
Wanneer het gaat over
erfgoed, zeggen de experten dat het nationaal park een goede
startpositie heeft, “maar dat erfgoed als motor van economie meer
aandacht verdient, net zoals het behouden en versterken van de
landschappelijke waarde van open agrarische landschappen en dan vooral
de historische kouters”. “Ook het culturele aspect van bijvoorbeeld de
vierkantshoeves verdient meer aandacht”, luidt het.
Extra natuur
Het
nationaal park formuleert in zijn masterplan ook een aantal ambities om
de grote natuurkernen te verbinden met elkaar. Niet alleen komt 200
hectare bos aansluitend op de bestaande natuurkernen, er wordt ook
voorzien in 50 hectare extra open natuur. Daarnaast komt er 250 hectare
extra bos en 150 hectare extra natuur om de verbindende landschappen
functioneel te maken. Tien procent van de ecologische infrastructuur
wordt voorzien in agrarisch en stedelijk gebied.
Nationaal Park
Brabantse Wouden voorziet in één voltijds tewerkgestelde
landbouwexperts. Die wordt ingeschakeld om land(goed)eigenaars en
landgebruikers te ondersteunen bij natuurontwikkeling en zelfrealisatie
van natuurstreefbeelden via onder meer landinrichting,
bebossingssubsidie en vrijwillige verkoop. Opvallend is dat het
nationaal park vanaf 2030 op dat vlak “dwingendere middelen” wil
inzetten, zoals een inrichtingsnota of een RUP.
Wil je meer weten over de rol van de Landbouw in de drie andere Nationale Parken, dan kan je hier terecht. Bron: VILT vzw, 20 oktober 2023