De Groote Wapenstilstand
In de Randkrant van februari 2014 stelt Guido Fonteyn (die recent nog in een interview met De Standaard de idee van Engelstalige gemeenteloketten in de Vlaamse Rand lanceerde) vast dat de vijftigste verjaardag van de invoering van de taalfaciliteiten in zes Vlaamse gemeenten rond Brussel ongemerkt voorbij is gegaan. De Randkrant zelf meldde op haar cover “De Strijd is gestreden” en dat geeft de teneur van de bijdrage van Guido Fonteyn weer: er wordt in de Vlaamse rand rond Brussel “geen strijd meer geleverd”.
We zijn het daar volmondig mee eens, in die zin dat de periode waarin “voetvolk” werd ingezet, met marsen op Brussel, grote betogingen en tegenbetogingen, affichecampagnes, overschilderde wegwijzers, provocerende flyers en opgetrommelde ordediensten met waterkanon niet langer tot het arsenaal van de bij het “conflict” betrokken partijen behoren.
Het kanonnenvlees is echter vervangen door ander wapentuig. Nu worden de drones ingezet. Onzichtbaar haast voor de vijand, en veel efficiënter.
Het laatste wapenfeit, waarover al werd bericht één maand later, niet in de Randkrant dit keer, maar in de meer bescheiden Gemeenschapskranten, is het nieuwe Vlaamse decreet kinderopvang. Geen militante betogende stoottroepen, wel een beschaafde afwijzende motie, goedgekeurd in de gemeenteraad van verschillende faciliteitengemeenten. En de Franse Gemeenschap heeft meteen bij het Grondwettelijk Hof de vernietiging gevraagd van het decreet dat (en omdat het ) een taaleis oplegt.
Het Grondwettelijk Hof, dat is geen lokale veldwachter of vrederechter , dat is het hoogste rechtscollege in ons land.
Tina Deneyer bericht er over in het maartnummer 2014 van de Gemeenschapskranten. Ongelukkige (en eentalige) crèche-uitbaters doen er hun beklag over dat zij Nederlands moeten kennen om nog erkend te blijven door Kind en Gezin, in Vlaanderen bevoegd voor kinderopvang. Het nieuwe decreet wil de kinderopvang in Vlaanderen eenvormig maken en vraagt dat de verantwoordelijke voor een crèche een bepaalde basiskennisvan het Nederlands bezit. Ook één kinderbegeleider moet Nederlands kennen, maar voor die persoon ligt het niveau lager.
De klagers kunnen zelfs op veel begrip rekenen van de verantwoordelijken van een Nederlandstalig kinderdagverblijf in Kraainem, die redeneren vanuit de nood aan opvang en de bezorgdheid om alle ouders en kinderen verder te helpen.
Wat er echt aan de hand is, vernemen wij nog een maand later via Bart Kerckhoven die in het aprilnummer 2014 van Buurten, de Gemeenschapskrant van Gemeenschapscentrum De Boesdaalhoeve, schepen Geertrui Windels van Sint-Genesius-Rode aan het woord laat. Volgens mevrouw Windels is “volgens de regelgeving aan verantwoordelijken van kinderdagverblijven al sinds 2009 gevraagd om Nederlands te kennen, zodat iedereen tijd genoeg had om zich voor te bereiden”. En verder: “Als de onthaalmoeders en de verantwoordelijken het Nederlands niet beheersen, kunnen ze de regels niet naleven omdat die in het Nederlands zijn opgesteld”.
Moties, grondwettelijk hof en inspelen op de publieke opinie in Franstalig België: Dat is natuurlijk ook een vorm van “Wapenstilstand”.
Er wordt ook een subtiel psychologisch spel gespeeld. Als de Vlaamse overheid niet op haar tellen past, krijgt ze het verwijt dat haar taalpolitiek weerloze kinderen en werkende ouders in de kou zet.
Het alternatief is natuurlijk dat de Vlaamse overheid tegemoetkomt aan de Franstalige bezwaren en dus de facto capituleert in een strijd die in de ogen van sommigen belachelijk lijkt maar die in feite de Franstalige mentaliteit weerspiegelt waarbij de eigen taal steeds voorrang moet krijgen op welke vorm van Vlaamse autonomie ook.
Bestaan er andere landen waar gemeenteraden bijvoorbeeld de officiële bestuurstaal naast zich willen neerleggen?
Conclusie: de Randkrant was wel even voorbarig in februari. Of naïef optimistisch.
Gelukkig waren er de Gemeenschapskranten om ons even naar de realiteit terug te voeren. Met die beperking dat de Randkrant een oplage van 180.000 exemplaren heeft en de Gemeenschapskranten enkel worden bedeeld in de faciliteitengemeenten zelf.
Ook benieuwd wie deze nieuwe kleine veldslag wint? En wanneer de volgende wordt “uitgevochten”?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten