|
|
|
|
|
|
Deze maand worden de eerste 3.807 van de in totaal 15.000 Gordelbomen geplant op negen locaties in de Vlaamse Rand. Dat kondigt Vlaams minister Ben Weyts aan, bevoegd voor de Vlaamse Rand. De Gordelbomen zijn een gevolg van de alternatieve corona-editie van de Gordeleditie van 2020. Deelnemers konden zich toen vooraf registreren en voor elke geregistreerde deelnemer werd toen een stuk extra groen aangeplant in de Vlaamse Rand. Dit jaar werd de actie herhaald, met succes. “Een positief gevolg van de coronacrisis: waar het vroeger vooral ging over het bewaren van het groene karakter van de Vlaamse Rand, schakelen we nu over naar een offensieve aanpak”, zegt Weyts.
© Ingezonden |
In Het Nieuwsblad van 13 november publiceert Jelle Schepers een bijzonder interessant artikel over Felix De Boeck. Omdat het normalerwijze enkel door geabonneerden kan gelezen worden, hebben we het gekopieerd voor een breed publiek. En plaatsen we op enkele Facebookgroepen waarvan de lezers er normaal gezien erg in geïnteresseerd zijn.
Een nieuwe biografie over Felix De Boeck werpt een ander licht op de mens achter de kunstschilder. “Het beeld dat hij van zichzelf ophing, kwam zeker niet altijd overeen met de realiteit”, zegt de Nederlandse onderzoeker David Veltman.
"In samenwerking met het FeliXart Museum in Drogenbos en het Biografie Instituut van de Rijksuniversiteit Groningen heeft de Nederlandse onderzoeker David Veltman (39) na meer dan vier jaar zijn biografie over kunstschilder Felix De Boeck afgewerkt. “Het was belangrijk om zo veel mogelijk informatie over De Boeck te vergaren. Voor mijn onderzoekswerk ben ik veel in Drogenbos geweest. Ik wou spreken met zo veel mogelijk mensen die De Boeck hadden gekend. Onder meer zijn voormalige huisdokter André Lerminiaux heeft me goed vooruit geholpen.”
Toch bleven ook deuren gesloten. Veltman was immers niet van plan om het bijna iconische beeld van de hardwerkende, religieuze schilder-boer zomaar over te nemen.
“De Boeck die van maandag tot en met zaterdag werkte op het veld en enkel op zondag schilderde, dat is hoe vele mensen hem zagen. Eigenlijk paste dat vooral goed in zijn religieus wereldbeeld waarbinnen hij het schilderen voorstelde als een spirituele activiteit op de heilige dag.”
“De realiteit was anders, al ontken ik zeker niet dat De Boeck diepreligieus was. Hij was een trouwe kerkganger. En de mensen die hij thuis ontving, hadden toch veelal een spirituele oriëntatie. Zelfs koningin Fabiola en de pauselijke ambassadeur zijn bij hem thuis geweest. Veel van zijn vrienden heeft De Boeck geportretteerd, zoals oud-premier Jean-Luc Dehaene. De Boeck had een breed netwerk, zoveel is zeker.”
Het beeld van De Boeck die bijna altijd in of rond zijn hoeve te vinden was, blijft overeind.
“Zijn vrouw Marieke leed aan tuberculose. De Boeck kookte en poetste, en moest daarnaast mee zorgen voor hun dochter Marcelleke, die een fysieke en mentale handicap had. Het maakte dat De Boeck aan zijn boerderij gekluisterd was. Heel af en toe ging hij voor het werk naar het buitenland, maar daar liep hij verloren. Op die reizen nam hij zo veel mogelijk eten mee. Op restaurant gaan was ondenkbaar, De Boeck was zeer zuinig.”
“Uit de brieven die hij vanuit het buitenland naar zijn vrouw stuurde, kwam wel naar voren dat zij een hechte band hadden. Marieke was zijn nicht, wat nu heel vreemd lijkt maar in die tijd soms wel voorkwam. Daarop kreeg hij niet echt kritiek. Maar toen hun kinderen snel stierven, vier van hun kinderen werden niet ouder dan twee jaar, kwamen er toch vragen. De Boeck zag het echter als een opdracht van God om zo veel mogelijk kinderen voort te brengen.”
Over de politieke opvattingen van De Boeck zijn ook bedenkingen te maken. “De Boeck heeft onder meer twee portretten van Hitler geschilderd. Hij deed dat in opdracht, maar had die kunnen weigeren. Ik zeg zeker niet dat De Boeck sympathiseerde met de nazi’s, maar hij bleef bevriend met mensen die wel collaboreerden. Hij verkocht ook eten aan bevriende collaborateurs. De Tweede Wereldoorlog was financieel voor De Boeck zeker geen slechte periode. Omdat de groothandel stil lag, kwamen velen bij hem groeten, fruit en vlees kopen. Onder meer via zijn huwelijk bezat De Boeck veel grond. Een arme boer die amper rondkwam, was hij zeker niet.”
De biografie Sterven in het bed waarin ik geboren ben is onder meer te verkrijgen in de museumshop van het FeliXart Museum en via de Nederlandse uitgeverij Verloren."
©Jelle Schepers - Het Nieuwsblad 13/11/2021
Kunnen ze onze streek echt wat groener houden? |
Kandidaat Nationaal Park Brabantse Wouden De
provincie Vlaams-Brabant is kandidaat voor 2 “nationale parken”. Een
ervan gaat onder de naam 'Brabantse Wouden' ook voor onze streek
belangrijk worden. Een Nationaal Park moet een voldoende omvang,
minstens 5.000 ha, hebben en voldoende aaneengesloten zijn om de
aanwezige soorten en leefomgevingen duurzaam te kunnen in stand houden.
Het gebied Brabantse Wouden voldoet hier met zijn meer dan 10.000 ha
natuurkernzone ruimschoots aan. Deze zone omvat ook de deelkernen
Zoniënwoud, Meerdaalwoud en Dijlevallei. Het gebied omvat de grootste
oppervlakte aan oud bos in Vlaanderen met de het daaraan gekoppelde
rijke planten- en dierenleven. Brabantse Wouden kent ook een zeer hoge
concentratie holle wegen met de daaraan verbonden zeldzame dieren, bomen
en struiken. Het gebied ligt tussen de kunststeden Leuven en Brussel en
is bijgevolg een oase aan erfgoed, waar cultuur en natuur elkaar
versterken. Kandidatuur ingediend door de provincie Vlaams-Brabant in samenwerking met het Vlaamse Agentschap voor Bos en Natuur (ANB) en met de steun van de gemeenten Beersel, Bertem, Bierbeek, Drogenbos, Halle, Hoeilaart, Huldenberg, Leuven, Linkebeek, Oud-Heverlee, Overijse, Sint-Genesius-Rode en Tervuren. Landschapspark Boerenlandschap Pajottenland Het Pajottenland kent een authentiek cultuurhistorisch landbouwlandschap met archeologische sites, historische boerderijen, kasteeldomeinen, parken en tuinen, kronkelende paden met hagen, wilgen en oude boomgaarden, Brabantse trekpaarden, geuzebrouwerijen, kapelletjes en volkse cafés. Bovendien vormt het een gevarieerd landschap met intieme beekvalleien, weidse landschappen en kleine bossen als relicten van oude wouden, die ook als leefgebied gelden voor een rijke fauna en flora. Dat gegeven is een sterke troef voor een duurzame toekomst, en moet ook de basis vormen van een landschapspark in de regio: het landschapspark ‘Boerenlandschap Pajottenland’. Maar wat het Pajottenland echt uniek maakt, is het authentiek verhaal dat de streek in zich meedraagt. Een verhaal van rustige dorpskernen, van een volkse sfeer, van eenvoud en essentie in een uniek landschap, dat in de context van een hedendaags verstedelijkt Vlaanderen haar uitgesproken landschappelijke identiteit en landelijkheid uitzonderlijk goed heeft weten te behouden De kandidatuur is ingediend door de provincie Vlaams-Brabant in samenwerking met Regionaal Landschap Pajottenland & Zennevallei en met de steun van de gemeenten Herne, Gooik, Galmaarden, Dilbeek, Roosdaal, Lennik en Sint-Pieters-Leeuw. |
De Vlaamse regering heeft sinds eind 2019 meer dan 2.500 hectare bos- en natuurgebieden erkend als natuurreservaat. Door de erkenning genieten de gebieden extra bescherming en krijgen ze via een natuurbeheerplan streefdoelen opgelegd voor de biodiversiteit.
Het gaat om een oppervlakte van bijna 4.000 voetbalvelden groot verspreid over 83 gebieden in Vlaanderen. “Via de erkenning als natuurreservaat zorgen we niet alleen voor bijkomende bescherming en beheer van onze waardevolle natuur, we kunnen bezoekers maximaal laten genieten van de natuur die er floreert zonder de draagkracht van het gebied aan te tasten dankzij weldoordachte toegankelijkheidsregelingen. Een win-win dus voor mens én natuur”, zegt bevoegd minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA).
Volgens Natuur en Bos staat de teller in Vlaanderen daardoor op 32.838 hectare natuurreservaten. Ter vergelijking, dat is groter dan de oppervlakte van het land Malta.
Een natuurreservaat is een gebied dat specifiek wordt beheerd om de natuurwaarden in stand te houden en verder te ontwikkelen. Voor natuurreservaten geldt een streng natuurbeheerplan, met een streefdoel voor de biodiversiteit. Ze moeten belangrijke habitats, populaties van inheemse dier- en plantensoorten en milieu van hoge natuurkwaliteit en biodiversiteit omvatten. Er moet ook een toegankelijkheidsplan worden opgesteld zodat bezoekers de draagkracht van het gebied niet aantasten.
Eind 2019 werden al 51 gebieden erkend als reservaat, goed voor een totale oppervlakte van 682,5 hectare. In 2020 kwamen daar 18 gebieden bij van 934,23 hectare. In het eerste deel van 2021 kregen nog eens 14 gebieden van 926,69 hectare een erkenning. Alles opgeteld komt dat op een totale oppervlakte van 2.543,42 hectare.
In dezelfde periode werd voor 2.340,2 ha bestaand natuurreservaat een actuelere toegankelijkheidsregeling uitgewerkt via een hernieuwingsprocedure. Volgens Natuur en Bos staat de teller in Vlaanderen daardoor op 32.838 hectare natuurreservaten. Ter vergelijking, dat is groter dan de oppervlakte van het land Malta.
“Ik ben ervan overtuigd dat iedereen die nog geen fan was van de natuur, dat het afgelopen jaar zeker geworden is”, besluit Demir. “De roep naar toegankelijke natuur klonk tijdens de lockdowns luider dan ooit. Door de erkenning van bijkomende natuurreservaten beschermen we méér natuur én zorgen we ervoor dat iedereen er van kan genieten zonder de draagkracht van de gebieden aan te tasten.”
Bron: Vilt vzw 24/08/2021
Er werd in het plantseizoen 2020-2021 zowat 205 hectare bos aangelegd in Vlaanderen, of 2,5 keer meer dan in de drie vorige plantseizoenen. Dat blijkt uit het antwoord van Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) op een vraag van Bart Van Hulle (Open Vld). Meer dan de helft van die nieuwe bebossing door ANB gebeurde echter op landbouwgrond (111 ha). “Dat er meer bebost wordt, is zeer goed. Maar de Vlaamse overheid zou dit best eerst doen in natuur- en bosgebied”, aldus Van Hulle. “Het kan niet de bedoeling zijn om vruchtbaar landbouwareaal verloren te laten gaan op een moment dat de grondprijzen de pan uitswingen en jonge boeren meer dan ooit worstelen om betaalbare landbouwgrond te vinden.”
De hoeveelheid nieuwe bosaanplant op landbouwgrond verdriedubbelde tegenover de drie vorige plantseizoenen. Het ging om 111 hectare tegenover gemiddeld 35 hectare. De hoeveelheid nieuwe bosaanplant in natuur- en bosgebied nam daarentegen slechts toe van een gemiddelde van 42 hectare in de vorige jaren tot 71 hectare in het plantseizoen 20-21.
In de afgelopen tien jaar is er in de beschermde Natura 2000 gebieden meer bos omgezet in natuur (710 hectare) dan dat er natuur werd omgezet in bos (530 hectare). Een mogelijke verklaring hiervoor is dat er bos werd gekapt voor omzetting in heidelandschap, stelt Van Hulle.
Hij pleit voor een optimalisatieoefening binnen de gronden die bestemd zijn voor natuur. "Eén derde van als bos bestemd gebied is niet bebost: 14.550 hectare op een totaal van 43.350 hectare. Daar zijn dus nog enorme mogelijkheden voor extra bebossing", zegt hij, terwijl hij verwijst naar het regeerakkoord dat stelt om eerst en vooral in te zetten op bebossing van niet-beboste gebieden, die wel als bos bestemd zijn.
Eén derde van als bos bestemd gebied is niet bebost. Daar zijn dus nog enorme mogelijkheden voor extra bebossing
"Nieuwe bosaanplant door de Vlaamse overheid zou dus eerst in bos- en natuurgebied moeten gebeuren en niet op landbouwgrond", vindt het parlementslid. "Onze landbouwsector moet zoveel mogelijk kansen krijgen om zich op die grond te ontwikkelen. We mogen niet vergeten dat de sector zorgt voor een tewerkstelling van meer dan 150.000 mensen en een positief exportoverschot van 6,3 miljard euro. Vandaag staat ze echter voor enorme uitdagingen inzake ruimtegebruik."
De Vlaamse rand moet een groen-blauwe rand zijn en blijven. Datsignaal brengt Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir aan de vooravond van de Vlaamse feestdag. Demir kreeg van de Vlaamse regering groen licht om via de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) 8,5 miljoen euro extra vrij te maken om open ruimte initiatieven in de Vlaamse rand rond Brussel te versterken. “In de Vlaamse rand staat de open ruimte onder druk door verstedelijking en de daarmee gepaard gaande verhardingen. Ruimte om tot rust te komen is er schaars. Grijs nam steeds meer de plaats in van groen of blauw. Daar willen we maximaal verandering in brengen.”
In 2011 ontwikkelde de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) daarom een langetermijnvisie om, samen met 19 gemeenten uit de Vlaamse Rand te investeren in de open ruimte rond Brussel. Een totaalbedrag van 37 miljoen euro werd voorgesteld om in verschillende fases projecten te realiseren. In een eerste fase werd 8,5 miljoen euro vrijgemaakt door de Vlaamse Regering voor de landinrichtingsplannen ‘Molenbeekvallei Sint Genesius Rode’, ‘Hooghof’, ‘IJsevallei’ en ‘Oostelijke Maalbeekvallei Grimbergen’”. De projecten uit die eerste fase zijn volop in uitvoering.
©RNZ Vogelenzangbeek Vlezenbeek |
Vlaams minister van Omgeving en Toerisme Zuhal Demir: “De roep naar toegankelijke natuur klonk het afgelopen jaar luider dan ooit. Niet in het minst in verstedelijkte gebieden zoals de rand rond Brussel. Met deze investering maken we duidelijk dat onze ambitie verder gaat dan enkel mooie woorden. Onze diensten slaan nu vol overtuiging de handen in elkaar met de lokale partners om samen tot gedragen projecten te komen die het groen-blauwe karakter van de rand rond Brussel moeten beschermen en zelfs verder zullen ontwikkelen. De tijd van Verhardingen is gedaan. We geven natuur en water ook in de Vlaamse rand opnieuw de plaats die ze nodig hebben."
De middelen die Vlaanderen vrij maakt vormen de motor voor de uitvoering van de tweede fase van het Planprogramma van de Vlaamse Rand. De nadruk bij de uitvoering ligt daarbij op het openhouden en versterken van de bestaande open ruimte. Nieuwe verhardingen moeten we voorkomen en bestaande verhardingen moeten worden verwijderd. Daardoor komt er meer ruimte voor natuur en vooral voor water. Water moet meer de kans krijgen om lokaal in de bodem door te dringen om wateroverlast te voorkomen en om Vlaanderen weerbaarder te magen tegen de gevolgen van langdurige droogte. Daarnaast zorgt water zorgt ook voor verkoeling tijdens hete zomers in de hoofdstad. Extra plaats voor natuur en water biedt meteen ook ruimte voor veilige toeristische verbindingen voor wandelaars en fietsers. Ook voor fauna & flora zijn die verbindingen van belang. Bij de uitwerking van de plannen gaat er zal ook aandacht naar landbouw, door lokale productie en verkoop te ondersteunen.
De toegekende middelen worden in deze tweede fase verdeeld over 5 grote projecten. Een eerste daarvan zijn de zogenoemde ‘Uitvoeringsinitiatieven’. Daarin worden middelen beschikbaar gesteld voor kleinere initiatieven, waarbij lokale overheden of organisaties zorgen voor de uitvoering. Gespreid over 4 oproepen, wordt daarvoor €800.000 vrijgemaakt. De rest van het bedrag gaat naar projecten in 4 gebieden, die één voor één worden opgestart:
In alle zes de faciliteitengemeenten in de Vlaamse rand rond Brussel is het aantal Nederlandstalige aangiften in de personenbelasting gestegen. Waar in 2016 29% van de aangiftes in het Nederlands was is dat aantal nu gestegen tot 36%. Dat blijkt uit cijfers die N-VA-Kamerlid Kristien Van Vaerenbergh kon inkijken.
“Dit betekent niet dat de internationalisering van de Vlaamse rand rond Brussel is stilgevallen of op vijf jaar tijd is verminderd”, aldus Van Vaerenbergh. “Het toont wel aan dat steeds meer inwoners in het Nederlands communiceren met de overheid. Zoals het hoort in een Vlaamse gemeente.”
Met 43% telt Wemmel het meeste aantal Nederlandstalige aangiften, gevolgd door Sint-Genesius-Rode, waar 39% van de aangiften in de personenbelasting in het Nederlands gebeurt. In Linkebeek gebeurt slechts 1 aangifte op 4 in het Nederlands (26%). In 2016 was dat slechts 1 aangifte op 5 (19%). Ook in Drogenbos is een gelijkaardige verschuiving vast te stellen.
Intieme Kasteelgeheimen: Onze zomerse zoektocht onthult
Ingezonden afbeelding |