Voorzitter Roger Swalens was op 20 januari 2013 op uitnodiging van Open Beesel te gast in De Moriaan. Zijn toespraak, toegespitst op de Beerselse politieke actualiteit, lees je hieronder:
Dames en heren,
Gilbert heeft me gevraagd om vandaag voor jullie als gelegenheidspreken het woord te voeren. Hiermee neemt hij een weliswaar berekend risico, want naar het schijnt hebben ikzelf en mijn vereniging Zenne en Zoniën bij sommige mensen de reputatie van onverbeterlijke dwarsliggers. Ik spreek hier dan ook in eigen naam, wat ik zeg zijn niet noodzakelijk de standpunten van Zenne en Zoniën.
Een nog groter risico heb ik zelf genomen door de welluidende titel “dorpsinitiatieven en burgerdemocratie” te kiezen voor mijn uiteenzetting naar aanleiding van jullie nieuwjaarsreceptie. Politiek van op de zijlijn, zou men kunnen zeggen. De zoveelste betweter die aan de anderen nu eens gaat leren hoe ze het zouden moeten doen.
Ik ga in elk geval enkele beschouwingen in die richting houden, maar niks van wat ik beweer is te nemen of te laten. Denk er eens over na en denk er daarna het uwe over.
Graag neem ik u mee op een kleine tocht vanaf de voet van de Alsemberg tot aan het station van Lot. Als ik daar beland ben, kan ik nog alle kanten uit en ben ik veilig.
Ik kom al te voet van aan de Rondenbos, bij de ingang van het Gemeentehuis, waar mijn oog al lang niet meer valt op de stapel achteloos weggegooide verkeersborden die vroeg of laat toch door iemand moeten worden betaald. Straks neem ik u mee langs de Wolfpoort of de Kluts of de Kwetterweide of het Donderveld tot aan de rotonde van Kesterbeek, we donderen daarna de Lakenberg af, ik spring over de Zenne en de Cartonnex en land veilig vlak voor de Sashoek en niet Over de Vaart in Lot.
Onderweg kom ik ten minste twee professoren tegen met wie ik een klapke doe en nog enkele andere geleerde plannenmakers kruisen mijn pad. Aan het einde van mijn voettocht moet voor iedereen hier aanwezig min of meer duidelijk zijn wat wij met Zenne en Zoniën verstaan onder burgerdemocratie.
Op mijn weg naar de Moriaan bewandelde ik al de kasseien van de Onze Lieve Vrouwstraat. Mooie kasseien, de aanleg ervan heeft nogal lang geduurd, volgens sommige zuurpruimen veel te lang. Die van de Laarheidestraat in Beersel moeten zich dus nu niet ongerust maken, aan de Onze Lieve Vrouwstraat in Alsemberg werden ook al niet te veel woorden vuil gemaakt. Klein detail: de Onze Lieve Vrouwstraat heeft aan beide zijden een brede betonnen strook. Die is helaas net 20 of 30 cm te smal, om er comfortabel op te kunnen fietsen. Iets wat onze beleidsmakers en plannensmeders is ontgaan. Zelf hebben die weinig tijd om de fiets op te springen, denk ik. Enfin, dat had beter gekund en niemand heeft hen dat mogen, kunnen of durven zeggen.
Aan het kruispunt met de Pastoor Bolsstraat stoot ik op een kale driehoek waar eens een pittoresk huisje in het groen stond. Dat heeft Beersel onteigend omdat er een parkeerterrein komt. Zonder veel protest, behalve van Zenne en Zoniën. Hier is dus een van de meest charmante hoekjes van Alsemberg verloren gegaan. Ja, de komst van Zennehart vraagt bijkomende parkeerruimte, zo beseft men nu. We hebben te gepasten tijde op het probleem gewezen, maar onze stem is niet gehoord. Is dat erg? Dat is zo erg als je het wil maken. En met protesteren maakt ge u niet altijd sympathiek.
Ik stel voor dat jullie me nu volgen, de Genstberg op, tot aan één van de mooiste rotondes die Beersel rijk is. De hond die daar in december is opgedoken, nog sneller dan de Watertoren is afgebroken (en dat duurde geen twee volle dagen), kijkt zelf niet naar Brussel. Maar wij hebben wel een mooi uitzicht op de hoofdstad. Naast ons staat plots VUB-professor Eric Corijn, sociaal geograaf die zopas op emeritaat is gegaan. Ons zegt de naam niet zo veel, maar in Brussel en ver daarbuiten geldt hij als een autoriteit. Hij is een gepassioneerde verdediger en liefhebber van de stad in het algemeen en van Brussel in het bijzonder. Hij laat ons verstaan – het is wetenschappelijk onvermijdelijk zelfs – dat we eigenlijk geen keuze hebben: iedereen moet stedeling worden en Brussel reikt binnenkort tot in Aalst. Dat is de toekomst, de vooruitgang.
We zullen dus eerder vroeg dan laat de geneugten van de stad in Beersel mogen proeven. We worden een stuk stad. Met of tegen onze zin. Brussel loopt over van het volk en wij hebben hier de plaats om dat volk te placeren. Goed nieuws.
Maar er is nog betere nieuws. We hebben ook nog voldoende groen om ons stukje stad op te vrolijken. Zo staat het in de toekomstvisie van de professor. We nemen dus de kortste weg door het Gasthuisbos naar de open vlakte van de Meigemheide, enorm stadspark van de toekomst. Tegenwoordig is dat allemaal nog land van Teirlinck en krijgen we subsidies van de Vlaamse overheid die dit natuurpark voor ons en volgens professor Corijn voor de stedelingen die we zullen worden, gaat inrichten, hoevetoerisme inbegrepen.
Veertig jaar geleden stond Zenne en Zoniën mee aan de wieg van de bescherming van deze open ruimte als landschap. Naar het schijnt is de uitbouw van het Land van Teirlinck nu in veilige groene handen die te jong zijn om aan dat verleden herinneringen te kunnen hebben. Ik zou hierover kunnen uitweiden, maar we moeten verder.
Via de Hauwaertstraat – we zijn nu officieel in Dworp – bereiken we één van de vele mooie rotondes die Beersel rijk is, in Kesterbeek. In de buurt van de Lambiekton die daar hangt te pronken staat geheel onverwacht een andere VUB-professor op rust bloednuchter op ons te wachten: de bekende socioloog Mark Elchardus. Hij toont zich beroepshalve nog altijd bezorgd over de toekomst van ons dorps- en verenigingsleven. Al jaren bestudeert deze minzame prof, die wel eens de huisideoloog van de Spa wordt genoemd, hoe wij ons verenigen en welke invloed dat heeft op onze politiek en samenleving.
Ik verschiet me dan ook een dubbele bult. Deze geleerde man bevestigt onomwonden wat hij onlangs ook al in een interview met het weekblad Knack verkondigde, namelijk dat zowel Groen als de Spa bij uitstek individualistische partijen zijn geworden. Veeleer stadspartijen dus. Om over na te denken.
Intussen, stel ik voor, keren wij zelf toch vol optimisme terug naar onze mooie dorpen, we laten een van de mooiste toekomstige rotondes daarbij uiterst rechts van ons liggen, dat aan het kruispunt van de Laarheidestraat en het Lobbos. Iedereen kent ongetwijfeld de kilometerslange files die je er dagelijks moet trotseren. En het is niet de kortste weg naar Lot.
Ik ben wel zedelijk verplicht hierover een anekdote te vertellen. Een week voor de verkiezingen van 14 oktober reed ik met de Fietsersbond mee langs een reeks “knelpunten”. De voorzitter van de bond was onze deskundige gids. Hij kraakte tot mijn verbazing die toekomstige rotonde even deskundig tot op het bot af. Net zomin als over het protest van de omwonenden, is er van die Fietsersbondkritiek achteraf nog veel gehoord. Zelfs niet binnen de eigen groep van de Fietsersbondvoorzitter want die had de aanleg op de gemeenteraad mee goedgekeurd.
Hoe dan ook, we hebben goede remmen, snellen de Lakenberg af en laten ook het synthetisch voetbalveld rechts van ons liggen. We zijn bijna in Lot, waar klagen volgens kenners een kunst is.
Lot heeft dus wel veel lawaai gemaakt en dat is wel gehoord, dank zij ondermeer dat Actiecomité dat meer dan 1200 handtekeningen bijeenbracht tegen de aanleg van een Ringweg, waar velen in Beersel eerst voor waren en iedereen nu officieel tegen is. Ge moet al eens een bocht kunnen nemen als ge in de politiek zit en het zijn alleen ezels die niet van gedacht veranderen. Maar dat moet ik hier eigenlijk niet komen vertellen.
Hoe het daar in Lot verder gaat aflopen met de vele woningbouwplannen en de Ringweg en de projecten van de Laagste Prijzenkampioen en de afwikkeling van het zwaar verkeer via nieuwe rotondes die beter zijn dan die aan de Welkom, is voorlopig niet duidelijk. Wel is de voorbije twee jaar gebleken dat Lot als dorp veel initiatief heeft getoond. Niet iedereen was daar even blij mee, en niet iedereen apprecieert even sterk dat mensen op wie geen kleur te plakken is, zich met van alles en nog wat gaan bemoeien. Voor ons is dat nu precies wel burgerdemocratie. Niet gewoon aannemen wat de politiekers u willen doen geloven, u niet direct laten overdonderen door de dure stadhuiswoorden van de studiebureaus maar zelf op onderzoek gaan en in groep uitzoeken wat voor uw dorp de beste toekomstperspectieven biedt. Ik stel vast dat Lot die levende dorpssfeer nog kent, meer dan andere Beerselse deelgemeenten die al te sterk “residentieel” zijn geworden. En dat ze in Lot willen proberen dat zo te houden. Dat is natuurlijk de kern van hun ongerustheid en dat moeten de politici naar waarde weten te schatten. (Ze hebben daar in Lot nog geen slag van de windmolen gekregen!)
In de veertigjarige geschiedenis van onze streekvereniging heeft de gedachte aan samenwerking en geloof in eigen kracht altijd centraal gestaan. Samenleven gebeurt van onderuit en kan men niet van bovenaf opleggen. We proberen in dezelfde richting verder te werken en dat was dan ook onze drijfveer om in Lot mee aan de kar te trekken.
Nu we in Lot zijn aangekomen, zonder kleerscheuren de Zenne over geraakt en bij het standbeeld van Renaat van Elslande op de bus kunnen wachten, trek ik uit deze korte voet- en veldtocht de volgende conclusies:
1. Ik ben zeker weer te negatief geweest. Het zij zo.
2. Ik heb geen opsomming gegeven van de talloze roemrijke wapenfeiten waarop Streekvereniging Zenne en Zoniën prat kan gaan en ik heb zelfs niks gezegd over Alsemberg 2000. Men kan dat onder andere nalezen op www.zevendekracht.tk. 3. We zijn en blijven politiek onafhankelijk maar wel democratisch betrokken, onder het motto “groen, landelijk, Vlaams” (dat laatste zonder met vlaggen te staan zwaaien).
4. Bedankt, Open Beersel, dat jullie ons nog eens de kans gaven onze ideeën te formuleren.
En nu ga ik er van profiteren om op de 50 te springen, zolang het voor gepensioneerden nog gratis is. Welke exotische delicatessen zal ik mij op de markt aan het Zuidstation aanschaffen? Ik weet het nog niet. Rijd die bus wel met dit weer?
Wait and see en alvast bedankt voor uw aandacht.